Staatsexamens 101

 

Deel 1: Wat zijn staatsexamens?

Tijdens de infobijeenkomsten in maart waren er veel vragen over staatsexamens. Daarom zal ik komende tijd delen wat ik erover weet Ik zal posts in verschillende delen maken over: wat staatsexamens zijn, waar je info over de examens kan vinden, etc. Deze keer deel 1: wat zijn staatsexamens?

De Nederlandse overheid organiseert examens op voortgezet onderwijsniveau voor mensen die niet via een school examen doen. En dat zijn de staatsexamens Je kan per jaar in net zoveel vakken examen doen als je wil. Je krijgt voor ieder behaald examen een certificaat. Als je binnen maximaal 10 jaar een volledig profiel haalt aan certificaten, dan krijg je je diploma. Dit diploma is precies hetzelfde waard als de diploma's die door scholen worden gegeven.

Je kan examen doen op drie verschillende niveaus: vmbo-tl, havo en vwo. Dit betekent dat je geen vmbo basis, kader of gemengd diploma kan halen via staatsexamens. Dat komt doordat je dan ook praktijkvakken moet doen en die worden niet als staatsexamen aangeboden.

Je ziet op de website over de staatsexamens wel deze praktische vmbo richtingen staan, maar dat is voor kinderen die op een school de praktijkvakken doen en dan via een staatsexamen een theoretisch vmbo certificaat halen. Gecombineerd met de op school gehaalde praktijkvakken, kunnen ze dan een diploma krijgen.

De staatsexamens worden georganiseerd door DUO. Op hun website kun je alle info vinden: https://duo.nl/particulier/staatsexamens/index.jsp Er zijn geen voorwaarden om je in te mogen schrijven voor staatsexamens. Iedereen met een bsn-nummer en een identiteitsbewijs kan dat doen

Een groot deel van de mensen die staatsexamen doet, komt van Voortgezet Speciaal Onderwijs. Dat zijn dus schoolkinderen die naar school gaan, maar VSO scholen kunnen en mogen vaak niet zelf examens organiseren. Dus die kinderen volgen dan onderwijs op school en halen hun diploma dan via staatsexamens. Er zijn ook volwassenen die een certificaat of een diploma halen via staatsexamens.

Er zijn ook al eerder thuisonderwijskinderen geweest die staatsexamens hebben gehaald. Ook al een paar kinderen die zelfs hun hele diploma hebben gehaald!

Heb je vragen over of ervaringen met DUO of wat staatsexamens zijn? Deels ze hieronder!

In het volgende deel: uit welke onderdelen bestaat het staatsexamen

Deel 2: Uit welke onderdelen bestaat het staatsexamen?

Voor schoolkinderen bestaat het eindcijfer op hun diploma uit twee onderdelen: het cijfer voor het centraal schriftelijk examen (CSE's, worden in mei landelijk afgenomen) en het gemiddelde cijfer van hun schoolexamens (SE's, worden door de school afgenomen in de jaren voorafgaand aan het CSE).

Kinderen die staatsexamen doen, maken dezelfde CSE's als schoolkinderen, ook op hetzelfde moment in mei. Maar zij kunnen natuurlijk geen schoolexamens doen. Om die schoolexamens te vervangen, organiseert DUO de college-examens. Het eindcijfer voor een staatsexamen bestaat dan deels uit het cijfer voor het CSE en deels uit het cijfer voor het college-examen.

Hoe het college-examen eruit ziet verschilt per vak. Voor bijna alle vakken wordt in ieder geval een mondeling college-examen gedaan. En voor sommige vakken is er ook een schriftelijk college-examen.

Dit is belangrijk om rekening mee te houden als je de staatsexamens gaat plannen: je kind zal dus niet alleen een mondeling moeten doen voor vakken waar wij zelf vroeger ook een mondeling voor hadden, zoals Engels, maar ook voor wiskunde, biologie, etc.

Voor sommige vakken is er alleen een schriftelijk college-examen en bestaat je eindcijfer volledig uit het cijfer voor het schriftelijk college-examen (dus ook geen CSE). Een voorbeeld hiervan is het vak rekenen op vmbo en havo.

Voor sommige vakken bestaat het eindcijfer uit zowel het CSE, een schriftelijk college-examen als een mondeling college-examen. Een voorbeeld hiervoor is het vak Engels op havo en vwo waarbij je in mei een CSE maakt waarin leesvaardigheid wordt getoetst, ook in mei een schriftelijk college-examen moet maken waarin je resp. een brief of betoog moet schrijven, en in juli/augustus een mondeling examen waarin luister- en gespreksvaardigheden en literatuur worden getoetst.

Deel 4 zal ingaan op waar je meer info kan vinden over de manier waarop ieder vak wordt geëxamineerd en de inhoud van de examenstof.

Er zijn een paar opvallende zaken om op te letten:

- De mondelinge college-examens worden georganiseerd in juli/augustus. Bij je aanmelding voor het staatsexamen kan je kiezen uit drie periodes van ieder twee weken.

- Heel kort voor de periode van de mondelingen (ruim een week ervoor) krijg je te horen op welke dag je mondeling examen is.

- Als je meerdere mondelinge examens doet, plant DUO deze dicht op elkaar. Ze verdelen je mondelinge examens meestal over 2-3 dagen. Als je een volledig vakkenpakket in 1 jaar doet, betekent dit 9-10 mondelinge examens in een dag of 3. That's brutal! Dus dat is één van de redenen om de examens niet in 1x te doen, maar over meerdere jaren te verspreiden.

Heb je vragen over of ervaringen met CSE's of college-examens? Deels ze hieronder!

In het volgende deel: Hoe kies je een vakkenpakket?

Deel 3: Hoe kies je een vakkenpakket?

Dit deel gaat over hoe je een heel vakkenpakket kiest zodat je via staatsexamens een diploma kan halen. Als je al je vakken van je vakkenpakket binnen 10 jaar haalt via staatsexamens, kan je van DUO een diploma krijgen.

Voor ieder van de drie niveaus, vmbo/havo/vwo, gelden verschillende eisen voor het vakkenpakket. De opties staan voor ieder niveau in een aparte tabel samengevat op deze webpagina: https://duo.nl/par.../vakkenpakket-voor-het-staatsexamen.jsp

Voor alle niveaus geldt dat er:

- 4 profielen zijn om uit te kiezen

- een gemeenschappelijk deel is met vakken die voor ieder profiel hetzelfde zijn

- verplichte profielvakken zijn

- een profielkeuzevak is, waarbij je een vak uit een beperkt lijstje met vakken mag kiezen

- een vrij keuzevak is, dat je mag kiezen uit alle vakken (enkele beperking, zoals grootte van het vak, zie hiervoor de opmerkingen onder de tabel)

Voor vmbo zijn de profielen waaruit je kan kiezen: Economie, Landbouw, Techniek, Zorg & Welzijn.

Voor havo en vwo zijn de profielen waaruit je kan kiezen: Natuur & Techniek, Natuur & Gezondheid, Economie & Maatschappij, Cultuur & Maatschappij.

De keuze van het profiel baseren kinderen meestal op de vakken die ze leuk vinden en goed in zijn, en ook op de eisen van de vervolgopleiding die ze graag zouden willen volgen. Stel je wil geneeskunde studeren, dan kan dat alleen met het vwo NT profiel + biologie, of met het NG profiel + natuurkunde. Zo zijn er veel opleidingen met eisen over het profiel.

Op deze webpagina kan je vinden welke toelatingseisen alle studies stellen aan het profiel en eventuele extra eisen aan je vakkenpakket: https://www.studiekeuze123.nl/van-profiel-naar-studie

Ik neem even de tabel van vwo als voorbeeld om doorheen te lopen, met het scenario dat je bouwkunde wil studeren. Kijk mee op deze webpagina voor de vwo tabel: https://duo.nl/images/vakkenschema-vwo.pdf

Op de webpagina van Studiekeuze123 kan je zien dat het profiel Natuur & Techniek gelijk toegang geeft tot deze studie, en dat je ook toegelaten wordt met alle drie de andere profielen als je daar wiskunde B en natuurkunde bij hebt gekozen.

Stel je kiest het NT profiel, dan zie je in de tabel in de kolom onder NT, in de bovenste, gele cel de gemeenschappelijke vakken staan. Voor vwo zijn dat Nederlands, Engels, een tweede vreemde taal (je mag zelf kiezen welke), maatschappijleer en het profielwerkstuk. Alle vwo leerlingen moeten examen doen in deze vakken.

In de eerste blauwe cel daaronder staan de profielvakken die verplicht zijn voor dit profiel, namelijk wiskunde B, natuurkunde en scheikunde. Iedereen met een NT profiel moet examen doen in deze profielvakken.

In de volgende blauwe cel staat een lijstje met vakken waar je één profielkeuzevak uit moet kiezen.

Daaronder staat een oranje vakje, dat is het vrije keuzevak. Je mag voor dit vak uit alle andere vakken kiezen die er zijn. Er staat een [7] bij, dat staat in het lijstje eronder beschreven: het moet een vak zijn met een bepaald minimaal aantal slu. Slu staat voor studielasturen. Het zegt iets over hoe 'groot' het vak is, hoeveel werk het is.

In ons voorbeeldscenario heb je acht verplichte vakken en mag je daar nog één profielkeuzevak en één vrij keuzevak bij kiezen. Als je als tweede vreemde taal Frans kiest, en als profielkeuzevak kiest voor informatica, en als vrije keuzevak kiest voor bedrijfseconomie, dan wordt dit je vakkenpakket:

  1. Nederlands

  2. Engels

  3. Frans

  4. Maatschappijleer

  5. Profielwerkstuk

  6. Wiskunde B

  7. Natuurkunde

  8. Scheikunde

  9. Informatica

  10. Bedrijfseconomie

Er zijn een paar opvallende zaken om op te letten:

- Voor kinderen die niet goed zijn in wiskunde: bij vmbo zijn er twee profielen en bij havo is er één profiel waarbij je geen examen hoeft te doen in wiskunde. Je moet dan wel een examen doen in rekenen. Voor vmbo is dat rekenen niveau 2F, wat vergelijkbaar is met het streefniveau van de basisschool. Voor havo is dat rekenen niveau 3F, een iets hoger niveau.

Bij vwo is er één profiel met het vak wiskunde C, dan moet je dus nog steeds wel een wiskunde examen doen, maar wiskunde C is een kleiner vak dan wiskunde A of B.

- Kinderen die een vwo diploma willen halen moeten examen doen in *twee* vreemde talen. Naast Nederlands en Engels is het verplicht om examen te doen in nog een moderne vreemde taal (veel keuze in talen) of in een klassieke taal (Latijn of Oud-Grieks). Het schijnt mogelijk te zijn om nadat je kan aantonen dat je kind dyslexie heeft, de verplichting van een tweede vreemde taal komt te vervallen. Ik neem aan dat je dan een extra ander vak moet kiezen.

Heb je vragen over het kiezen van een vakkenpakket/profiel? Deels ze hieronder!

In het volgende deel: Waar vind je meer info over de inhoud van de examenvakken?

Deel 4: Waar vind je meer info over de inhoud van de examenvakken?

Deel 3 ging over het kiezen van een vakkenpakket. In dit deel gaat het over de stap daarna: stel je hebt een vakkenpakket gekozen, hoe weet je dan wat je moet leren voor je staatsexamen?

De staatsexamens worden georganiseerd door DUO, op hun website kan je de informatie terugvinden over hoe de vakken worden geëxamineerd. Hiervoor kan je terecht op de 'Vakinformatie' webpagina: https://duo.nl/.../vakinformatie-voor-het.../index.jsp

Kies eerst voor vmbo, havo of vwo, dan voor 'Vakinformatie [examenjaar]', en ten slotte voor het vak waar je kind examen in gaat doen.
Ik neem vwo Nederlands als voorbeeld. Op de eerste pagina, de titelpagina, valt op dat er allemaal rode letters op staan: dat zijn wijzigingen die DUO door het jaar door heeft aangebracht. Dat doen ze vrij regelmatig.

Bij de 'Algemene opmerkingen' staat opgesomd hoe het examen eruit ziet. In de tabel eronder bij 'Examenprogramma' vind je duidelijk wat er allemaal bij de examens wordt getoetst. Daarin zie je dat tijdens het CSE (centraal examen) de leesvaardigheid wordt getoetst. Tijdens het schriftelijk college-examen wordt schrijfvaardigheid getoetst doordat je kind een betoog moet schrijven. En tijdens het mondeling college-examen wordt spreekvaardigheid en literatuur getoetst.

Op de volgende pagina's, over Centraal examen en College-examen, lees je meer over de inhoud van deze verschillende examenonderdelen, belangrijk om goed te begrijpen. Dan komt er een tabel met daarin info over hoe het eindcijfer wordt berekend. Goed om te weten, want je moet natuurlijk genoeg tijd besteden aan de onderdelen die het grootste deel uitmaken van het eindcijfer.

Vervolgens vind je in de bijlagen nog extra info over allerlei examenonderdelen. De beschrijving van de examenstof is vrij 'high level', daar wordt je niet heel veel wijzer van. Voor talen is het eindniveau van belang, voor vwo Nederlands kan je in deze bijlage zien dat dat 4F is. In de syllabus, die je per niveau en vak op examenblad.nl kan vinden, staat gedetailleerdere informatie over de inhoud van de CSE's. Ook dat is vaak wat lastig lezen.

Voor alle lesstof die in het centraal examen wordt getoetst, ga ik er persoonlijk vanuit dat dat volledig is afgedekt in de lesmethodes. Ik kijk zelf vooral nog extra goed naar de onderdelen die in het college-examen worden getoetst. Wat wordt er exact in het college-examen getoetst? Zit die stof goed genoeg in de lesmethode? Moeten er onderdelen extra geoefend worden?

Voor Nederlands moet er in het college-examen bijv. een betoog worden geschreven, dus het is handig om daar extra op te oefenen. In de standaard lesmethode wordt het wel behandeld, maar niet voldoende geoefend om goed genoeg voorbereid te zijn op wat er exact tijdens het college-examen wordt getoetst.

Een belangrijke bijlage voor talen is de bijlage Literatuurdossier. Daarin vind je alle eisen die aan je boekenlijst worden gesteld. Let op, in mijn ervaring veranderen deze eisen regelmatig. Voor sommige talen mag je sinds kort alleen van een lijst met door DUO opgestelde titels kiezen, en ook het aantal boeken/korte verhalen/poëzie is zowel voor Nederlands als voor Engels in de tijd dat wij met voorbereiden bezig zijn aangepast.

En dat is het einde van het vakinformatie document, maar vervolgens moet je ook alle vakinformatie documenten van de andere vakken uit het vakkenpakket doornemen. Best een klus, dus begin er op tijd mee en maak per vak aantekeningen van de dingen die voor jullie van belang zijn, anders wordt het één grote brij aan info

In het volgende deel: Wat is een examenplanning en hoe maak je die?

Deel 5: Planningen maken voor de staatsexamens

In deel 3 en 4 maakte je een keuze voor een profiel en koos je alle vakken in je vakkenpakket en leerde je maar over de inhoud van de examenstof en wat er in de examens wordt getoetst.

Dit deel gaat over het maken van een examenplanning en het uitwerken van die examenplanning in een jaarplanning en eventueel een weekplanning.

Eerst een paar uitgangspunten voor het maken van een examenplanning. In theorie kan je alle staatsexamens in 1 jaar doen en in 1x je diploma halen. In de praktijk betekent dat dat je alle mondelinge examens in 2, 3 of 4 dagen moet doen. In het geval van een vwo diploma betekent dat dat je 10 mondelinge examens in een dag of 3 moet doen. Dat is voor veel mensen echt te veel. Daarom verdelen veel mensen de staatsexamens over meerdere jaren.

Het voordeel daarvan is dat je je kan richten op een paar vakken en zodra je een staatsexamen hebt gehaald, hoef je hier geen tijd meer aan te besteden en kan je je richten op weer nieuwe vakken. Die focus maakt het halen van de staatsexamens minder moeilijk.

Om die voordelen te benutten is het wel belangrijk om een goede examenplanning te maken. Wat er anders vaak gebeurt is dat mensen met alle vakken tegelijk bezig zijn en het jaren duurt voor ze eraan toe zijn om een eerste examen te doen. En het dus ook jaren duurt voor je een vak kan wegstrepen. Dit zorgt ervoor dat je niet de focus op de vakken kan hebben die het makkelijker maakt om je goed voor te bereiden op een staatsexamen.

Hoe maak je dan zo’n planning? In deze Google Spreadsheet vind je een voorbeeld van een examenplanning. Dit is de examenplanning die ik maakte voor mijn oudste, hieronder licht ik toe hoe ik deze planning maakte.

De eerste stappen voor het maken van een examenplanning heb je al in de vorige delen gezet: je maakt eerst een keuze voor een profiel en kiest je keuzevakken. Vervolgens zoek je hoeveel studielasturen (SLU) er voor alle vakken bepaald zijn. Dat vind je in de tabel op de DUO website bij ‘Vakkenpakket voor het staatsexamen’.

Achter elk vak staat een getal, dat is het aantal studielasturen voor dat vak. Dit zegt wat over hoe groot het vak is, hoeveel tijd het kost om je erop voor te bereiden. Dit is natuurlijk maar een indicatie, want als je kind al veel van een vak weet, gaat het sneller, als je kind langzaam werkt, gaat het langzamer, etc.

Let op dat er grote verschillen zijn in het aantal SLU van de vakken. Zo staat er 600 uur voor vwo wiskunde B en staat er 120 uur voor vwo maatschappijleer. Hier kan je aan zien dat vwo maatschappijleer een relatief klein vak is. Dat klopt ook, het is 1 boek met daarin 4 thema’s, en je kan het gemakkelijk in 1 jaar voorbereiden.

In je examenplanning kan je nu op een rijtje zetten welke vakken je allemaal gaat doen en hoeveel SLU daarvoor staat.

De volgende stap is dat je gaat bepalen hoeveel jaar je denkt nodig te hebben voor het voorbereiden van het staatsexamen. Zoals gezegd kan je maatschappijleer makkelijk in 1 jaar plannen. Welke keuzes je maakt voor alle vakken is sterk afhankelijk van je persoonlijke situatie:

  • Hoeveel weet/kan je al? Bijvoorbeeld voor Engels: spreek je al Engels of nog niet?

  • Voor een aantal vakken wordt de lesstof eerst in de onderbouw op een lager niveau behandeld en vervolgens in de bovenbouw in zijn geheel nog een keer behandeld, maar dan op examenniveau. Dit geldt bijvoorbeeld voor geschiedenis, biologie, natuurkunde, scheikunde, etc. In dat geval zou je er in bepaalde gevallen voor kunnen kiezen om de onderbouw over te slaan. Lees bijvoorbeeld in deze post de overwegingen die wij hadden om voor Nederlands de onderbouw over te slaan.

  • Voor andere vakken is de onderbouw een voorbereiding voor de bovenbouw en kun je de onderbouw wel versnellen of op een alternatieve manier invullen, maar niet overslaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor wiskunde. Wij hebben een beetje 3 vwo lesstof gedaan uit Amerikaanse lesmethodes, maar hebben de rest van de onderbouw alleen wiskundeclubs gedaan die ik zelf samenstelde op basis van wat ik leuke en nuttige wiskunde vond om met de kinderen te doen.

  • Heb je veel herhaling nodig voordat de stof goed in je hoofd zit? Dan is het wellicht handig om de lesstof eerst op onderbouw- en daarna op bovenbouwniveau te doen.

  • Hoeveel uur per week ben je bereid om aan de voorbereidingen op de staatsexamens te besteden? Veel thuisonderwijskinderen hebben een flink aantal wekelijkse bezigheden. Als je de lesstof over meer jaren verspreid, past het wellicht beter in jullie agenda.

Het aantal benodigde jaren per vak is vrij lastig om in te schatten, maar doe de beste schatting die je kan maken. Je kan op fb groepen ook vragen naar de ervaringen van andere thuisonderwijsgezinnen voor hoelang ze nodig hadden voor de voorbereidingen op het examen.

Nu je het aantal SLU en het aantal jaar per vak weet, kun je de spreadsheet laten uitrekenen hoeveel SLU je dan per jaar nodig gaat hebben.

Hierna ga je nadenken over hoe lang je over het doen van staatsexamens wil doen. Het vak met de langste voorbereidingstijd geeft een minimum aantal jaren dat je nodig zal hebben voor het halen van een diploma. Het maximum aantal jaren is 10 jaar, want na 10 jaar kan je het behaalde staatsexamencertificaat niet meer gebruiken om in te wisselen voor een diploma.

Een andere overweging is wanneer je kind graag klaar wil zijn. Voor mijn oudste leek het mij het handigst om hem niet te versnellen en dat het het beste zou zijn als hij op zijn 18e klaar zou zijn zodat hij niet te jong zou zijn als hij zou gaan studeren.

Ten slotte moet je examenplanning ook wel realistisch blijven. Als je kind over 3 jaar klaar wil zijn, maar dan jaren heeft met 30 uur per week aan SLU terwijl je kind ook nog vele andere bezigheden heeft, dan weet je al dat dat niet haalbaar zal zijn en kan je de examens beter over 4 jaar verdelen.

Dan komt nu Het Grote Uitproberen :-) Verdeel de examens over de jaren die je hebt voor de examens.

Je zal dan moeten kiezen welke examens je eerst gaat doen. Een paar overwegingen hierbij:

  • Voor een aantal vakken is er algemene ontwikkeling nodig om het vak te kunnen halen. Dit is met name zo bij Nederlands, Engels, maatschappijleer en maatschappijwetenschappen. Deze vakken zijn lastiger als je deze vakken doet terwijl het kind nog wat jong is en nog niet zoveel algemene ontwikkeling heeft. Wij liepen hier bijvoorbeeld tegen aan toen mijn jongste vwo Engels staatsexamen deed. In het CSE vwo Engels worden ieder jaar artikelen uit The Economist gebruikt en zij had nog wat weinig economische kennis om die artikelen goed te kunnen begrijpen. Wij hebben toen wat aan economie gedaan om haar goed voor te bereiden op het Engels examen. Ze heeft het wel gehaald, maar ik denk dat als ze het een jaartje later had gedaan, ze een hoger cijfer had gehaald.

  • Voor bovenstaande vakken geldt bovendien dat je tijdens de mondelinge examens gevraagd wordt om standpunten in te nemen en goed te beargumenteren. Ook dit is een vaardigheid die lastig is als het kind nog te jong is. Tot op een bepaalde hoogte geldt dit natuurlijk voor ieder mondeling examen, maar voor deze vakken gaat dit extra op.

  • Er zijn ook vakken waar vooral vakkennis en het toepassen van die vakkennis worden getoetst. Voorbeelden hiervan zijn biologie, geschiedenis of wiskunde.

  • Voor mijn oudste heb ik zijn favoriete vakken aan het einde gepland. Ik zag bij oudere thuisonderwijskinderen dat het moeilijk was om het doen van staatsexamens en de voorbereidingen daarop helemaal tot het einde vol te houden. Dus het leek mij handig om niet te eindigen met vakken die hij niet leuk vond.

Je kan nu voor ieder komend schooljaar bepalen welk examen je dat jaar gaat doen. Dan kijk je hoeveel jaar voorbereiding je daarvoor nodig hebt, en dan zet je dat vak bij die voorgaande schooljaren neer.

In de examenplanning in de spreadsheet kan je bijvoorbeeld zien dat wij het geschiedenisexamen voor eind 2021 hadden gepland. We hadden twee jaar gepland voor dit vak, dus hebben we in de schooljaren 2019/2020 en 2020/2021 gewerkt aan geschiedenis. In die twee schooljaren heb ik dus de SLU gezet die nodig waren voor geschiedenis.

Dat heb ik voor ieder vak gedaan en vervolgens al die SLU voor ieder jaar voor alle vakken van dat jaar bij elkaar opgeteld. Dan zie je hoe je de SLU over de verschillende jaren hebt verdeeld.

Bij alle examenplanningen die ik tot nu toe ooit heb gemaakt, voor mijn eigen kinderen en enkele anderen, komen de eerste pogingen niet goed uit. Dan zijn er jaren met ontzettend veel SLU en jaren met heel weinig. Dat is geen goede planning.

Dus dan komt het schuiven met de vakken. Net zolang tot je iets hebt dat voor jullie zou kunnen werken. Dit is best een klus omdat je dan iedere keer bij alle schooljaren de vakken die je in dat jaar doet moet aanpassen en ook de SLU voor dat vak in dat schooljaar.

Jaarplanning:
Zodra je een examenplanning hebt gemaakt, kan je een planning maken voor het komende schooljaar. In eerste instantie maakte ik die jaarplanningen op maandbasis, maar dan kwam ik steeds niet goed uit omdat sommige maanden dan veel korter uitpakten door vakanties. Sindsdien maak ik onze jaarplanningen op weekbasis en reken ik voor ieder schooljaar 40 weken om te werken aan de staatsexamens.

Hier vind je het begin van een drie-jarenplanning voor biologie, scheikunde en natuurkunde waarin ik laat zien hoe ik de eerste paar hoofdstukken heb gepland.

In de basis pak ik dat vrij eenvoudig aan: ik tel het aantal paragrafen van alle hoofdstukken in 4, 5 en 6 vwo en kijk dan hoeveel weken ik daar in totaal voor heb en dan deel ik het aantal paragrafen door het aantal weken. Zo weet ik hoeveel paragrafen ik per week moet behandelen. Om dit te kunnen doen, moet je dan al wel een lesmethode hebben uitgekozen. Daar zal ik in het volgende deel meer over schrijven.

In onze planningen kan je zien dat wij biologie in 2 jaar doen, dus ik moet de lesstof een beetje proppen en moet net iets meer dan 1 paragraaf per week doen. Voor scheikunde en natuurkunde heb ik 3 jaar de tijd genomen en heb ik juist minder paragrafen dan weken, dus kan ik ook nog wat andere dingen inplannen naast de lesstof uit de lesmethodes.

Weekplanning:
Als ik de jaarplanning heb, ga ik per vak de weekplanning maken. Daarin zet ik wat ik iedere week samen wil doen, en wat het huiswerk is. In deze spreadsheet zie je een voorbeeld van het tabblad biologie met daarin de planning van de eerste twee weken biologie.

Ik vul de vakken altijd aan met youtubevideo’s, documentaires, leesboeken, non-fictie, extra experimenten, etc. Dat zet ik allemaal in deze weekplanning. Je kan zelf kiezen of je de lesmethode wil aanvullen, en zo ja hoeveel je de stof wil aanvullen en met wat. Mijn oudste doet bijvoorbeeld liever minder aanvullingen dan mijn jongste. Daar maak ik dus per vak en per kind andere keuzes in.

Bij allebei mijn kinderen heb ik gaandeweg mijn examenplanning moeten aanpassen. Zo gaan die dingen ;-) Dus voel je niet helemaal vastgepind zitten als je een planning gaat maken. Als er dingen veranderen, dan is dat gewoon zo. Wat dan het voordeel is, is dat je je examenplanning dan kan aanpassen en gelijk de gevolgen goed kan overzien van de veranderingen.

In het volgende deel zal ik nader ingaan op het kiezen en bestellen van een lesmethode.

Recensies lesmateriaal

 

Recensie Kern Nederlands

Naam:

Kern Nederlands taal & cultuur tweede fase

Uitgever:

Boom voortgezet onderwijs

Niveau:

vwo

Link:

https://boomvoortgezetonderwijs.nl/kern-nederlands-havovwo-tweede-fase/

Onderwerp:

Nederlands voor 4, 5 en 6 vwo

Waaruit bestaat het materiaal? Tekstboek en oefenboek? Online of op papier?:

Eén handboek (tekstboek) met daarin alle lesstof voor bovenbouw havo en vwo. Eén ‘oefen- en examenboek’ met daarin alle opdrachten bij de hoofdstukken uit het handboek. Voor het oefen- en examenboek zijn twee versies, eentje voor havo en eentje voor vwo. Deze recensie gaat over het handboek en het vwo oefen- en examenboek.

Daarnaast heb ik de aanvullende leerlinglicentie en de docentenlicentie. In de aanvullende leerlinglicentie vind je niet de opdrachten die in het oefen- en examenboek staan. Je vindt er wel enkele aanvullende opdrachten, uitlegfilmpjes en ‘drillsters’. Drillsters zijn digitale flashcards om begrippen/woorden uit je hoofd te leren.

Er is ook een optie voor volledig online werken, dat is de optie ‘Volledig digitaal’. Daarin vind je ebook versies van het handboek en het oefen- en examenboek en het materiaal van de aanvullende leerlinglicentie.

N.B. Sommige lesmethodes van Boom hebben ook een ‘Learnbeat versie’, daarin staan wel alle opdrachten van het oefenboek online. Kern Wiskunde heeft dat bijvoorbeeld.

Is het docentenmateriaal beschikbaar en van goede kwaliteit? Antwoorden? Toetsen?

Uitgeverij Boom stelt hun docentenmateriaal gratis beschikbaar. Het is niet als particulier te bestellen, alleen door NVvTO leden via de NVvTO werkgroep leermiddelen.

In het docentenmateriaal zitten de antwoordenboeken (pdf’s die je kan downloaden), de toetsen en bijbehorende antwoorden, het materiaal dat ook in de aanvullende leerlinglicentie zit (zodat je dat kan inroosteren voor de leerling in je klas).

Kosten: Is het tweedehands beschikbaar/makkelijk weer te verkopen? (consumables vs. nonconsumables)

Omdat Boom een relatief nieuwe uitgeverij is voor lesboeken en Kern Nederlands 2e fase nog maar kort beschikbaar is, is er nog niet veel tweedehands verkrijgbaar.

In het oefen- en examenboek werk je niet zelf. De opdrachten staan erin, maar geen plek om de antwoorden op te schrijven. Dus zowel het handboek als het oefen- en examenboek zijn na gebruik door te verkopen.

Ik kocht het materiaal nieuw. Voor de boeken - waarin de lesstof voor 3 leerjaren (4, 5 en 6 vwo) wordt behandeld - betaalde ik 63,95 + 25,95 = 89,90 euro.

Ik kocht ook de aanvullende leerlinglicentie, daarvoor moet je per jaar betalen, deze kost 9,95 euro per jaar. 

Ik heb ook de docentenlicentie en die is gratis.

Gebruik je het als spine of supplement? (spine: de basis van hoe je het materiaal voor dat vak hebt georganiseerd; supplement: aanvullingen op je spine)

Als spine. Ik vul het aan met onder andere oefeningen voor grammatica en spelling op https://www.cambiumned.nl en https://www.neejandertaal.be/taalbeschouwing.php en https://www.beterspellen.nl/. En oefeningen voor schrijven en literatuur van LitLab en de Schrijfakademie. En woordenschat/taalkunde van het Genootschap Onze Taal (Taalpost en TLPST).

Is het spiral of mastery materiaal? (vooral relevant voor rekenen/wiskunde: bij spiral lesmateriaal worden onderwerpen herhaalt en worden dan steeds iets uitgebreider behandeld, bij mastery wordt ieder onderwerp 1x volledig behandeld)

Mastery. Alle lesstof is verdeeld in drie delen: Taal, Communicatie en Literatuur. Alle lesstof wordt 1x behandeld in deze drie delen. Je moet zelf een volgorde en planning maken om de lesstof te behandelen.

Leesvaardigheid wordt wel vaker geoefend: in ieder hoofdstuk in het deel Communicatie staat in het oefen- en examenboek een tekst met bijbehorende leesvaardigheidsopdrachten.

Bij wat voor leerstijl past het? Bevat het hands-on activiteiten, teksten om te lezen, schrijfopdrachten, werkbladen invullen, verhalend? Groepsopdrachten of individuele opdrachten?

De theorie wordt heel verhalend uitgelegd, de boeken zijn duidelijk geschreven door mensen met passie voor het vak Nederlands.

Er zitten veel opdrachten in om spelenderwijs, op een ontdekkende manier met de stof bezig te zijn. Ook om op een academische manier naar taal te kijken.

Er zijn groepsopdrachten, maar niet in ieder hoofdstuk en max. 1-2 per hoofdstuk. Wat ik tot nu toe tegen ben gekomen vind ik ook makkelijk om te werken naar een bruikbare opdracht voor in de thuisonderwijssituatie.

Ouderbetrokkenheid: Werken de kinderen zelfstandig of heeft het lesmateriaal veel voorbereiding/begeleiding door de ouder nodig? ('independent' of 'teacher led’)

Dit is standaard lesmateriaal dat ook op scholen wordt gebruikt en is dus niet gemaakt om kinderen volledig zelfstandig mee te laten werken. Het gaat er vanuit dat een docent de instructie doet van de lesstof. Het maken van de vragen kunnen de kinderen natuurlijk wel zelfstandig doen. De volgende stap, het analyseren van de antwoorden om te bepalen of het kind de lesstof heeft begrepen, en het aanbieden van extra uitleg of oefeningen waar nodig, wordt ook geacht door een docent te worden gedaan.

Is het lesmateriaal christelijk, neutraal of seculier? (vooral van belang bij Amerikaanse homeschooling methodes, Nederlandse schoolmethodes zijn doorgaans seculier. Voorbeelden: Easy Peasy = christelijk, Build Your Library = seculier) 

Seculier.

Is het materiaal dat onderwijst of oefent? (er is een verschil tussen ‘teaching’ en 'practice': voorbeeld van teaching: Veilig Leren Lezen, voorbeeld van practice: Squla)

Het onderwijst, maar gaat wel uit van een basiskennis over grammatica en spelling, etc. In het oefen- en examenboek vind je veel opdrachten.

Inhoud ‘voldoet aan minimumnormen' of is voor de 'geïnteresseerde kinderen’? (voorbeeld Teaching Textbooks vs. Art of Problem Solving)

Ik denk dat als je het minimale wil doen, je behoorlijk wat opdrachten kan schrappen. 

Bevalt het lesmateriaal? Zou je het andere mensen aanbevelen?

Het bevalt mij goed. Mijn zoon is heel kritisch en maakt deze opdrachten zonder klagen, dus dat zegt een boel ;-) Ik vind de uitleg in de boeken goed, vind de context die ze bij de onderwerpen geven interessant en vind dat de vragen afwisselend zijn en goed op niveau voor een vwo leerling.

Ik heb ook andere lesmethodes ingekeken voordat ik voor Kern koos en mij viel vooral de eentonigheid van andere lesmethodes op. Die richten zich meer op leesvaardigheid trainen. Veel was volgens het stramien van ‘lees deze tekst, beantwoord deze vragen’ en de vragen waren dan vrij plat: wat staat er in de tekst? Ik word daar niet warm van. Ik zou Kern Nederlands zeker aan andere mensen aanraden.

Recensie Noordhoff Getal & Ruimte

Naam:

Noordhoff Getal & Ruimte wiskunde B, 11e editie

Uitgever:

Noordhoff

Niveau:

vwo

Link:

https://www.noordhoff.nl/voortgezet-onderwijs/wiskunde/getal-en-ruimte

Onderwerp:

Wiskunde B voor 4, 5 en 6 vwo

Waaruit bestaat het materiaal? Tekstboek en oefenboek? Online of op papier?:

In vier tekstboeken staat de examenstof die in 4, 5 en 6 vwo wordt behandeld. Je kan voor de vier bijbehorende antwoordenboeken kiezen uit twee versies:

  • Oplossingenboek: hierin staat alleen het eindantwoord

  • Uitwerkingenboek: hierin vind je naast het eindantwoord ook alle tussenstappen om tot dat antwoord te komen. Ik raad iedereen van harte aan om de uitwerkingenboeken te kopen en niet de oplossiengenboeken

Daarnaast heb ik de docentenlicentie en de online leerlinglicentie. In de leerlinglicentie vind je alle uitleg en alle vragen die ook in het boek staan. Op die manier kan je volledig online werken met de online leerlinglicentie.

Let op dat de leerlinglicentie pas werkt nadat ‘ie aan een klas is gekoppeld. Als je geen docentenlicentie hebt en dus niet zelf een klas kan aanmaken, dan kan je een aparte school kiezen om je leerlinglicentie voor aan te melden. De servicedesk van Noordhoff kan je vertellen hoe dat werkt.

Is het docentenmateriaal beschikbaar en van goede kwaliteit? Antwoorden? Toetsen?

Noordhoff heeft hun prijsmodel voor de docentenlicenties gebaseerd op scholen. Je koopt één docentenlicentie per school, alle docenten van de school kunnen er dan gebruik van maken. Daardoor zijn de docentenlicenties heel duur. Voor 2e fase vwo wiskunde B in schooljaar 2020-2021 ongeveer 400 euro. Omdat je de docentenlicenties met meerdere mensen mag gebruiken, is het verstandig om te kijken of er andere thuisonderwijzers zijn die de licentie ook willen afnemen, dan kan je de kosten lager houden. NVvTO leden kunnen de Noordhoff docentenlicenties bestellen via de NVvTO werkgroep leermiddelen.

In de docentenlicentie zitten ebook versies van de tekstboeken, oplossingenboeken en uitwerkingboeken. Ook vind je er handleidingen voor de grafische rekenmachine en toetsen met bijbehorende antwoorden.

Als je een docentenlicentie hebt bij Noordhoff, mag je vervolgens de boeken met docentenkorting bestellen (kan je gewoon zelf bestellen via de Noordhoff website). Die korting is aanzienlijk! Ik kreeg 50 euro korting per tekstboek.

Kosten: Is het tweedehands beschikbaar/makkelijk weer te verkopen? (consumables vs. nonconsumables)

Van Getal & Ruimte zijn vele oudere edities in grote hoeveelheden in omloop. Ook scholen doen regelmatig stapels boeken van oudere edities weg. Let wel op dat je je tekstboeken en uitwerkingenboeken van dezelfde editie koopt. Als je een docentenlicentie wil gebruiken (bijv. voor de toetsen), kijk dan eerst even of de docentenlicentie van de editie die je tweedehands wil kopen nog wordt aangeboden door Noordhoff.

In zowel de tekstboeken als de uitwerkingenboeken wordt niet geschreven en kan je daarna dus weer tweedehands verkopen.

Op deze pagina vind je de prijslijst: https://www.noordhoff.nl/voortgezet-onderwijs/bestelinformatie

Gebruik je het als spine of supplement? (spine: de basis van hoe je het materiaal voor dat vak hebt georganiseerd; supplement: aanvullingen op je spine)

Als spine. Ik vul het met veel extra materiaal aan omdat ik het niet eens ben met de manier waarop wiskunde wordt onderwezen in Getal & Ruimte. Ik behandel de stof eerst op mijn eigen manier, daarna doen we de Getal & Ruimte instructie en daarna maken we de vragen.

Is het spiral of mastery materiaal? (vooral relevant voor rekenen/wiskunde: bij spiral lesmateriaal worden onderwerpen herhaalt en worden dan steeds iets uitgebreider behandeld, bij mastery wordt ieder onderwerp 1x volledig behandeld)

Spiral. De examenstof bestaat maar uit enkele onderwerpen, die worden in de vier verschillende boeken regelmatig herhaald/uitgebreid.

Bij wat voor leerstijl past het? Bevat het hands-on activiteiten, teksten om te lezen, schrijfopdrachten, werkbladen invullen, verhalend? Groepsopdrachten of individuele opdrachten?

Je hebt bij wiskunde lesmateriaal een schaal met aan de ene kant lesmethodes die vooral gericht zijn op conceptueel begrip en aan de andere kant lesmethodes die vooral gericht zijn op het aanleren van procedures. Getal & Ruimte zit van alle Nederlandse lesmethodes het meest aan de procedurele kant. Ieder hoofdstuk is hetzelfde opgebouwd: uitleg van nieuwe theorie, voorbeeld waarin de behandelde theorie in een som wordt voorgedaan, en vervolgens mag je het geleerde zelf gaan toepassen in de opgaves.

Er zitten geen groepsopdrachten in.

Ouderbetrokkenheid: Werken de kinderen zelfstandig of heeft het lesmateriaal veel voorbereiding/begeleiding door de ouder nodig? ('independent' of 'teacher led’)

Dit is standaard lesmateriaal dat ook op scholen wordt gebruikt en is dus niet gemaakt om kinderen volledig zelfstandig mee te laten werken. Het gaat er vanuit dat een docent de instructie doet van de lesstof. Het maken van de vragen kunnen de kinderen natuurlijk wel zelfstandig doen. De volgende stap, het analyseren van de antwoorden om te bepalen of het kind de lesstof heeft begrepen, en het aanbieden van extra uitleg of oefeningen waar nodig, wordt ook geacht door een docent te worden gedaan.

Is het lesmateriaal christelijk, neutraal of seculier? (vooral van belang bij Amerikaanse homeschooling methodes, Nederlandse schoolmethodes zijn doorgaans seculier. Voorbeelden: Easy Peasy = christelijk, Build Your Library = seculier) 

Seculier.

Is het materiaal dat onderwijst of oefent? (er is een verschil tussen ‘teaching’ en 'practice': voorbeeld van teaching: Veilig Leren Lezen, voorbeeld van practice: Squla)

Het onderwijst, maar alleen op procedureel niveau, bijna niet op begripsniveau. Er zijn verschillende docenten met youtube-kanalen met daarop uitlegfilmpjes en websites met extra uitlegmateriaal.

Inhoud ‘voldoet aan minimumnormen' of is voor de 'geïnteresseerde kinderen’? (voorbeeld Teaching Textbooks vs. Art of Problem Solving)

Dit is het minimale dat je moet kunnen voor het eindexamen. In ieder boek staan een paar opdrachten uit de wiskundeolympiade die wiskunde op een iets andere manier benaderen.

Bevalt het lesmateriaal? Zou je het andere mensen aanbevelen?

Het bevalt mij niet goed, ik vind het heel jammer dat Kern Wiskunde van Boom voortgezet onderwijs nog niet beschikbaar is voor de bovenbouw, anders had ik dat gebruikt.

Ik vind deze methode te procedureel en het is niet zo leuk als de wiskunde die we gewend waren te doen.

Mijn kinderen vinden wiskunde zo leuk, dat ze zich er desondanks zonder klagen doorheen worstelen.

Tips en ervaringen vwo staatsexamen maatschappijleer (2022)

Dit jaar haalden Berend en Fiene hun staatsexamen vwo maatschappijleer. In deze post deel ik onze ervaringen en adviezen.

Maatschappijleer is een beetje een vreemde eend in de bijt. Het is een klein vak (maar 120 studielasturen) en wordt op scholen alleen getoetst met een schoolexamen. Er is dus geen Centraal Schriftelijk Examen, scholen bepalen zelf in welk jaar het vak wordt gegeven (in 4, 5 of 6 vwo) en maken een eigen examen waarvoor ze zelf de vragen verzinnen.

Voor staatsexamens is er dus alleen een college-examen voor dit vak. Dit college-examen bestaat uit twee delen:

  • een schriftelijk examen dat je in mei maakt,

  • een mondeling examen (casus en vragen beantwoorden).

Let op: de lesstof voor het schriftelijk en mondeling examen is niet exact hetzelfde. Het schriftelijk examen gaat over rechtsstaat, parlementaire democratie en verzorgingsstaat.
Het mondeling examen gaat over rechtsstaat, parlementaire democratie en pluriforme samenleving.

Wij gebruikten als lesmethode Dilemma van uitgeverij Malmberg. Dat boek bestaat uit vier hoofdstukken, één voor ieder examenonderwerp. Voor je jaarplanning zou je er dus voor kunnen kiezen om voor mei alleen de eerste drie hoofdstukken te doen, en dan in de periode tussen het schriftelijk en mondeling examen (ongeveer twee maanden), het vierde hoofdstuk te behandelen en ondertussen de eerste twee hoofdstukken te herhalen.

Normaal gesproken kan je voor een vak gewoon een lesmethode doorwerken en er vanuit gaan dat alle examenstof is afgedekt. Dat is bij maatschappijleer helaas niet het geval. Omdat er geen landelijk gestandaardiseerd examen is (geen CSE), is het voor dit vak blijkbaar minder duidelijk wat er allemaal in een lesmethode hoort. Bij het oefenen van oude examens, merkten we dat er dingen in werden gevraagd die zeker weten niet in ons lesboek stonden.
Een ander thuisonderwijsgezin heeft ook nog een andere lesmethode geprobeerd (Seneca), maar die lesmethode had hetzelfde probleem, sloot ook niet helemaal goed aan op de examens.
Ik weet hier geen oplossing voor. Berend en Fiene en de dochter in het andere gezin hadden alle drie een ruime voldoende voor het schriftelijk examen. Dus heel problematisch is het allemaal uiteindelijk niet.

Op de website van DUO kan je een aantal oude schriftelijke maatschappijleer examens vinden, inclusief de goede antwoorden: https://duo.nl/.../oefenen-voor-het.../vwo-schriftelijk.jsp
Het schriftelijk examen is een beetje een saai examen. Het zijn artikelen met daarbij alleen meerkeuzevragen die naar allemaal details vragen. Het mondeling examen gaat heel anders, daar gaat het meer om inzicht en dat je standpunten kan innemen en goed kan beargumenteren. Dat vonden de kinderen een stuk leuker examen

En hoe hebben we ons hier verder op voorbereid… Ik moet dan eerst wel melden dat mijn man en ik allebei technisch bestuurskundigen zijn, dus een vak als maatschappijleer ligt goed in ons straatje. We hebben de kinderen al van jongs af aan bestookt met politieke debatten, boeken over recht en overheid, meedoen aan de scholierenverkiezingen van ProDemos, en bijv. een ‘verkiezingsdag’ voor een groepje thuisonderwijskinderen.

Ik denk dat de kinderen daardoor best een goede basis hadden voor maatschappijleer. We vonden het lesboek Dilemma ook leuk om door te werken. We lazen de teksten samen, en dan maakten de kinderen de vragen. Er zaten online ook nog extra opdrachten bij en die deden we dan samen.

Na het afronden van een hoofdstuk, maakten ze de oefentoets en de hoofdstuktoets. Bij de voorbereiding op de examens en de herhaling die we daarvoor deden, maakten ze nog de andere hoofdstuktoetsen (in de docentenlicentie zitten er twee per hoofdstuk). Voor de examens heb ik de mindmaps die bij ieder hoofdstuk zitten alle vier uitgeprint en op onze wc-deur gehangen

Ik heb dit aangevuld met verschillende activiteiten van ProDemos: https://prodemos.nl/leren/lesmateriaal-niveau/vwo/
En series van SchoolTV: Focus op de maatschappij, Dossier maatschappijleer, en losse afleveringen van Tegenlicht in de klas, Nieuwsuur in de klas, Collegetour in de klas, De Rekenkamer in de klas, er is nog veel meer leuks om te kijken, we hebben een tijdje iedere avond voor we gingen voorlezen een filmpje gekeken. Hier vind je ze allemaal: https://schooltv.nl/voortgezet-onderwijs/programmas/
We keken ook een boel afleveringen van Voor de rechter van RTL 5 Dat vonden de kinderen super interessant!

Voor maatschappijleer is het belangrijk om op de hoogte te zijn van actualiteiten. Vooral bij het mondeling examen komt dat ter sprake. Ik raad daarom aan om regelmatig krantenartikelen te lezen. Aan het begin van het schooljaar eentje per week of zo, in de buurt van het mondeling examen zou ik dat wat vaker doen. Oefen met artikelen uit bijv. het NRC, Trouw, Volkskrant, De groene Amsterdammer, De correspondent, etc. Dat zijn ook bronnen waar artikelen uit gebruikt worden voor bijv. de casus. Dit zijn ook het soort artikelen dat je moet kunnen lezen voor het Nederlands examen, dus dat zijn twee vliegen in één klap.
Twee andere bronnen die Fiene aanraadt (ik denk leuker voor tieners ) zijn de youtube filmpjes van NOS Stories en de podcasts van de NOS: https://over.nos.nl/onze-programmas/nos-podcasts/

Ik had ook wat boeken willen lezen en films willen kijken met de kinderen, maar van dat lijstje zijn we maar aan één boek toegekomen, Tegen verkiezingen van David Van Reybrouck. Dat was interessant om te lezen, wel een best pittig boek voor de kinderen.

Ik denk dat het vooral nuttig was dat we de hoofdstukken in Dilemma samen lazen en dat ik dan alles deelde wat ik over het onderwerp wist tijdens het lezen en dat we overal over discussieerden. Vooral Fiene vond dat heel gezellig

 

Tips en ervaringen vwo staatsexamen Nederlands (2022)

Algemene tips

Afgelopen week deden Berend en Fiene allebei hun mondelinge staatsexamens en hebben ze allebei hun vwo examen Nederlands gehaald!
Net als ik vorig jaar voor Engels en geschiedenis heb gedaan zal ik onze ervaringen met het voorbereiden op de staatsexamens opschrijven. Hopelijk heb je er wat aan!

Ten eerste is het belangrijk om te weten waar het staatsexamen vwo Nederlands uit bestaat, zodat je weet waar je naartoe moet werken:
Het cijfer bestaat voor de helft uit je cijfer voor het centraal schriftelijk examen dat je in mei doet (zelfde examen als schoolkinderen). Dit is een examen met meerkeuzevragen en open vragen over leesvaardigheid, dus teksten lezen en daarna vragen over de inhoud van die teksten beantwoorden.

Het cijfer bestaat voor de andere helft uit het college-examen. En dat wordt weer opgebouwd uit drie onderdelen:

  • betoog of beschouwing schrijven (0,3 deel van het college-examencijfer)

  • spreekvaardigheid: voordracht (0,2 deel van het college-examencijfer)

  • literatuur en poëzieanalyse (0,5 deel van het college-examencijfer)

Dit kan je allemaal nalezen in de vakinformatie over het staatsexamen op de DUO website: https://duo.nl/.../vakinformatie-voor-het.../vwo.jsp

Ik loop in aparte delen alle examenonderdelen af en zal daarbij delen hoe wij ons op dat onderdeel hebben voorbereid. Maar eerst nog even iets over hoe we het vak in zijn algemeen hebben aangepakt.

We gebruikten in de voorbereidingen de lesmethode Kern Nederlands van Boom Voortgezet onderwijs: https://boomvoortgezetonderwijs.nl/kern-nederlands.../

Beide kinderen hebben de onderbouw overgeslagen, we zijn gelijk met de bovenbouw begonnen. Daar heb ik met Berend twee jaar de tijd voor uitgetrokken, Fiene sloot pas later aan, dus zij heeft het examen in één jaar voorbereid. Beetje krap was dat, twee jaar is beter en leuker denk ik.

Mijn overwegingen bij het overslaan van de lesmethode voor de onderbouw:

  • Mijn kinderen vinden spelling en grammatica niet echt leuke onderwerpen, dus ik had geen zin om daar jaren aan te besteden. Ik heb het echt wel geprobeerd hoor, maar ik kan net zo goed tegen een stenen muur praten, die steekt net zoveel van grammaticalessen op als Berend Ik zal daar hieronder nog wat over schrijven.

  • Ze hadden voor hun Engels staatsexamen al geoefend met het schrijven van een essay, dus dat vond ik voldoende basis voor het betoog voor het Nederlands examen.

  • We hebben altijd al heel veel boeken gelezen, dus ze hadden al een ruime woordenschat en ervaring met jeugdliteratuur en daarover praten/discussiëren. Ook in een online boekenclub die ik een paar jaar geleden maandelijks voor een groepje thuisonderwijskinderen organiseerde.

  • Aan argumentatie hadden we ook al best wat gedaan toen ik jaren geleden met hen met de wiskundeclub het boek The Art of Argument - An Introduction to the Informal Fallacies behandelde.

  • Allebei de kinderen hebben niet heel veel herhaling nodig om lesstof te leren. Sommige dingen moeten ze natuurlijk wel vaker oefenen, zoals de poëzieanalyse, en dat hebben we dus ook wel gedaan. Maar van te veel herhaling wordt vooral Berend erg chagrijnig. Dus als ik met hem de onderbouw kan overslaan, doe ik dat graag

  • Ik wil hierbij wel benadrukken dat we dus absoluut niet nog nooit iets aan taal of het vak Nederlands hadden gedaan. We lazen altijd al veel boeken (40-45 per jaar), praten en discussiëren veel, Fiene schreef al vaker, ze deed twee keer mee met NaNoWriMo en deed een schrijfcursus in Percy Jackson thema bij Outschool, we deden een jaar lang een maandelijkse boekenclub, ik organiseerde voor hen een online filmkamp tijdens de corona-ellende, Berend keek zo ongeveer het hele YouTube kanaal NativLang, we deden af en toe mee met Raadgedicht, Fiene volgde een workshop gedicht schrijven van Ingmar Heytze via Taalbaas, we deden soms een Poetry Tea Time, we volgden de Shakespeare Family Workshop van Brave Writer, bezochten toneelvoorstellingen vanaf dat ze peuters waren, etc. etc. Nooit een lesmethode en altijd alleen de dingen waar de kinderen belangstelling voor hadden, maar dus nooit niets

Over spelling en grammatica: dit is een onderdeel van het vak Nederlands waardoor veel kinderen er alleen maar een hekel aan krijgen. Berend en Fiene kennen allebei wat basisgrammatica, zoals werkwoorden, zelfstandig naamwoorden, etc. Maar verder blijft het allemaal niet echt plakken en hebben ze er geen belangstelling voor.

Ze hebben echter wel belangstelling voor correct schrijven! Dus ze hebben altijd heel vaak gevraagd hoe je iets moet schrijven en dan heb ik ze altijd geantwoord en uitgelegd waarom iets zo was en hoe ze dat konden zien. Zij zijn allebei ook goed genoeg in het 'op gehoor/zicht' goed schrijven. Dan zijn grammaticaregels en oefeningen niet echt nodig.

Hier een paar dingen die wij hebben geprobeerd voor spelling en grammatica voor als je er wel in wil duiken met je kind.
Ik heb Berend een tijdje iedere dag de quiz van Beter Spellen laten doen: https://www.beterspellen.nl/website/index.php
We hebben ook een deel van de lessen van Neejandertaal gedaan. Het doet me een beetje denken aan 'inquiry-based science', maar dan 'inquiry-based grammatica'. Ieder onderwerp wordt behandeld door allerlei oefeningen te doen waardoor je zelf ontdekkingen doet over hoe de grammatica werkt.
Leuk detail: als je met een nieuw onderwerp begint, wordt je nog niet verteld welk onderwerp het is. Door het doen van de oefeningen moet je daar juist achter zien te komen, een leuke puzzel. Berend vindt het grappig materiaal: http://neejandertaal.be/lesmateriaal.php

Om Neejandertaal aan te vullen, gebruikte ik Cambiumned. Nadat onze pogingen tot grammatica en spelling waren gestrand, heb ik Cambiumned ook nog wel gebruikt als we iets wilden opzoeken. Iets over spelling en grammatica, maar ook bijv. over beeldspraak: https://www.cambiumned.nl

In het begin heb ik met Berend ook nog wel wat van TLPST (een gratis digitale lesbrief over taal voor de onderbouw) gedaan, maar ik werd langdurig ziek, dus veel dingen zijn op een wat lager pitje komen te staan. De dingen waar Berend niet veel zin in had, zijn er toen niet echt meer van gekomen. Ik vond het wel heel leuk: https://onzetaal.nl/nieuws-en-dossiers/nieuwsbrieven/tlpst/

Op deze website kun je lessen vinden van een Nederlands docente. We hebben er niet veel gedaan, maar ik vind er veel leuks tussen zitten We deden bijvoorbeeld een les waarbij we de tekstdoelen en tekstsoorten in een krant gingen bestuderen: https://taalenliteratuur.wordpress.com

Nog een paar laatste woorden over spelling en grammatica: Ik denk dat het belangrijk is om voor ogen te houden waar je vooral je aandacht op moet richten om een voldoende voor je eindcijfer te halen. Je CSE examen over leesvaardigheid bepaalt voor het grootste deel je eindcijfer. Spelling en grammatica worden schriftelijk alleen met het betoog/beschouwing schrijven en het CSE getoetst. Je betoog/beschouwing wordt op meerdere onderdelen beoordeeld, voor grammatica- en spellingfouten kan je maximaal 20 van de 100 punten aftrek krijgen en dus nog steeds een 8 halen. En je betoog/beschouwing als geheel telt voor minder dan 1/6 deel mee voor je eindcijfer.
Op het CSE krijg je ook punten aftrek voor grammatica- en spellingfouten, maximaal 4 van de 66 punten. Dus dat is ook niet zoveel.
Als je kind goed genoeg kan schrijven, maar niet foutloos, dan is er niet echt een reden om dit examen niet te doen. Ook dan kan je het prima maken.

Dan nog een tip voor de volgorde waarin je de examens doet: als je de staatsexamens over meerdere jaren verspreidt, zou ik eerst het Engels examen doen en daarna het Nederlands examen. Het staatsexamen Engels bestaat uit vergelijkbare onderdelen als het staatsexamen Nederlands, maar Engels is makkelijker dan Nederlands. Als je eerst Engels hebt gedaan, heb je een goede basis gelegd om daarna met Nederlands aan de slag te gaan.

Ander voordeel: voor Engels heb je een betere keuze uit boeken voor je literatuurlijst die ook geschikt zijn voor jongere kinderen. Voor Nederlands ontkom je er eigenlijk niet aan dat er veel seks, geweld en volwassen thema's zoals echtscheidingen of ouder worden in voorkomt, vooral als je ook boeken van niveau 5 en 6 op je literatuurlijst zet.

Voor beide examens heb je wel wat algemene ontwikkeling nodig. Achteraf gezien heeft Fiene ze naar mijn mening iets te jong gemaakt. Ze heeft ze allebei goed gemaakt, maar had het zeker beter gedaan als ze wat ouder was geweest. Ik denk dat minimaal 15 jaar een goede leeftijd is voor vwo Engels en minimaal 16 jaar een goede leeftijd voor vwo Nederlands. Fiene heeft beide examens een jaar jonger gemaakt.

Kern Nederlands: hoe te gebruiken bij de voorbereidingen op staatsexamen vwo Nederlands

Voor de voorbereidingen op het vwo staatsexamen Nederlands hebben we de lesmethode Kern Nederlands gebruikt: https://boomvoortgezetonderwijs.nl/kern-nederlands.../

Ik heb ook nog naar de andere lesmethodes gekeken, maar die vond ik niet leuk en te veel herhaling. Kern Nederlands daarentegen is gewoon een leuk en interessant boek om te lezen. Het heeft een vrij academische insteek, dat is wel passend voor Berend en Fiene. De vragen in het oefenboek zijn goed en interessant. Bij deze lesmethode van Boom krijg je heel duidelijk het gevoel dat het geschreven is door mensen met passie voor hun vak. Ik kan dat echt waarderen

Via de NVvTO heb ik ook de docentenlicentie besteld. Daarin zitten de antwoordenboeken en toetsen + antwoorden van de toetsen. De toetsen heb ik niet gebruikt, de antwoordboeken wel, die zijn goed. Vergelijkbaar niveau met de antwoorden van Malmberg, dus daar word ik wel happy van.

Ik heb ook de online leerlinglicentie. Die is wat mager. Je kan bijvoorbeeld niet de vragen uit het oefenboek online maken. En er zitten ook geen uitlegfilmpjes bij het bovenbouw lesmateriaal, die bijvoorbeeld wel bij het onderbouw lesmateriaal van Kern Nederlands zitten. Bij het bovenbouw lesmateriaal van Kern Nederlands vind je vooral wat extra uitlegteksten en een paar drillsters. Die laatste zijn online oefeningen. Maar daar zijn er maar heel weinig van in de bovenbouw.

Ik kon wel wat van de filmpjes en drillsters van de onderbouw gebruiken, maar dat werd al gauw zo simpel dat ik het de kinderen niet kon voorschotelen. Zoals bijvoorbeeld bij 'tekststructuren' dat een tekst een inleiding, een kern en een slot heeft. Als ik dat aan Berend laat zien, ga ik een enorme oogrol krijgen ;-)

Taal:
Het eerste deel van het boek is het deel ‘Taal’ met daarin 10 hoofdstukken over taalwetenschappelijke onderwerpen. Interessant, maar niet noodzakelijk voor het examen. Wij hebben ze wel allemaal gedaan, want Berend, Fiene en ik vinden dit leuk. We hebben af en toe tussendoor een van deze hoofdstukken ingepland.

Communicatie:
Een groot deel van het boek is het onderdeel ‘Communicatie’. Het deel ‘Inhoud en opbouw’ helpt bij de voorbereiding op het CSE.
‘Formulering en stijl’ is nuttig bij het schrijven van een betoog/beschouwing.
‘Presentatie’ helpt bij de voorbereidingen voor de voordracht.
‘Argumentatieleer’ heb je nodig voor het CSE, betoog/beschouwing en je voordracht.
‘Tekstvormen’ behandelt allerlei verschillende teksten om te schrijven, maar is onvoldoende als voorbereiding op het schrijven van je betoog/beschouwing.
Bij veel van de hoofdstukken in dit deel staan in het oefenboek oefenteksten en vragen om het onderdeel leesvaardigheid te oefenen voor het CSE.

Let op dat er in het *oefenboek* (dus niet het tekstboek) ook een heel apart deel staat voor leesvaardigheid. Over het maken van het CSE met tips en uitleg, en ook een deel waarbij je wordt geholpen om een door jou gemaakt CSE te analyseren en te bepalen welke onderdelen je meer moet oefenen. Gebruik dit deel zodra je begint met het maken van oude CSE’s.

Literatuur:
Het grootste deel van het boek gaat over literatuur. Er zijn drie onderdelen: poëzie, literatuur, en literatuurgeschiedenis. Die bieden een prima basis voor de onderdelen poëzieanalyse en literatuur op het examen.

Let op dat er in het *oefenboek* ook een heel apart deel staat voor literatuur: Literaire ontwikkeling. Met allemaal adviezen over het samenstellen van een literatuurlijst, uitleg van de verschillende niveaus van de boeken, etc. Pak dit deel er vooral bij voor je begint met het lezen van je literatuur, het helpt je goed op weg.

Berend zegt dit over Kern Nederlands: ‘Ik vond het hele boek nutteloos, de filmpjes van Arnoud Kuijpers op YouTube waren nuttig om te kijken, en de lijst met filmpjes voor literatuuranalyse die je had gemaakt. Als ik alleen dat had gedaan en niet het boek, had ik precies hetzelfde cijfer gehaald.’
Fiene zegt: ‘Ik vond de meeste hoofdstukken niet echt nuttig, maar ik vond het leuk om te doen. En sommige hoofdstukken waren wel nuttig.’
Fiene vond het vooral nuttig dat een docente Nederlands van hen allebei een betoog had nagekeken en feedback en adviezen had gegeven. En de lijst met literatuuranalyse filmpjes die ik voor haar had gemaakt.

Dus daar zit ik dan met die mooie lesmethode… Nougoed, Berend is wel heel streng en hij is denk ik even vergeten dat hij bijv. vlak voor het mondeling examen het boek er nog even bij heeft gepakt om alle stijlfiguren nog even door te kijken ;-)

Maar hij heeft wel gelijk in de zin dat we veel literaire termen en poëzie al hadden geleerd voor het staatsexamen Engels en het boek daar maar een beetje aan toevoegde.

Centraal schriftelijk examen vwo Nederlands: leesvaardigheid

Om het CSE Nederlands te halen op vwo niveau heb je een brede algemene ontwikkeling nodig en moet je teksten kunnen lezen van ongeveer het niveau van De Groene Amsterdammer, De Correspondent, en kranten als het NRC, de Volkskrant. Het is handig om artikelen uit oude examens te gebruiken om mee te oefenen. Er staan online een stuk of 50 oude vwo Nederlands examens, dus genoeg leesmateriaal

Net als bij het Engels examen vorig jaar merkte je het leeftijdsverschil wel tussen Berend en Fiene. Berend was bij het Nederlands examen 17 en Fiene 15 jaar. Ik vind 15 jaar achteraf eigenlijk nog een beetje te jong voor een vwo Nederlands examen, het was beter geweest als ze het een jaartje later had gedaan. Berend heeft twee jaar meer aan algemene ontwikkeling bij elkaar gespaard, dat helpt echt wel.
Maargoed, ze had ruim een punt lager voor het CSE dan Berend maar ze heeft het gehaald, dus we klagen niet :-)

In de lesmethode die we gebruikten - Kern Nederlands - stonden in het deel ‘Communicatie’ bij veel hoofdstukken leesvaardigheidsoefeningen. Ik vond het niet genoeg en ik vond net als bij Engels dat de teksten in het boek leuker waren dan je ze op het examen krijgt. Dat maakt het wat minder nuttig vind ik. Want voor het CSE Nederlands krijg je gerust een examen met vier teksten waarvan er drie gaan over of de faculteit filosofie op een universiteit moet worden gesloten of niet :-S

Wij hebben afgelopen jaar flink wat oude CSE’s geoefend. Ik haal die altijd hier vandaan (de correctievoorschriften staan er ook bij): www.alleexamens.nl

Begin al aan het begin van het schooljaar met het oefenen met het maken van oude CSE’s, dan heb je genoeg tijd om aandacht te besteden aan de onderdelen die nog niet goed genoeg gaan. En heb je ook voldoende geoefend voor het CSE in mei. Wij deden er een stuk of zes of zo.
Ik keek de examens samen met kind na, dan leren ze gelijk op welke manier ze hun antwoorden moeten formuleren volgens het correctievoorschrift.

Tijdens het oefenen met oude examens zal je zien dat bepaalde soorten vragen steeds terugkomen. Zorg dat je weet hoe je die vragen moet beantwoorden. In YouTube filmpjes en in het NOS stories examenspreekuur leggen Nederlands docenten dat heel goed uit.

Het CSE Nederlands is echt een stuk lastiger dan het CSE Engels. Voor Engels kom je een heel eind als je het gewoon heel gestructureerd aanpakt. Voor Nederlands is dat niet genoeg.
We hebben een aantal filmpjes op YouTube gekeken met tips voor het maken van het CSE. Berend’s favoriet waren de filmpjes van Arnoud Kuijpers.

Ook de video’s waarin Maarten de Krosse een heel examen maakt en zijn serie Leesvaardigheid vonden we nuttig hoewel wel wat lang.

NOS stories hield de afgelopen twee jaar op de avond voor het examen een examenspreekuur met tips en het beantwoorden van vragen over het examen. Ze duren een uur en zijn een heel nuttige samenvatting van alles wat je moet weten voor het examen. Goed om vlak voor het CSE een keer te kijken om alles weer even vers in het hoofd te hebben. Ik heb het niet de avond ervoor gekeken met de kinderen, dat vind ik echt te hysterisch zo op het laatste moment de avond voor het examen. Dus wij hebben die van vorig jaar een paar dagen eerder gekeken.

Ik vond het een fijne geruststelling dat Berend en Fiene alle vragen die andere leerlingen stelden prima konden beantwoorden. Wat dat betreft waren ze prima voorbereid!

Net als bij Engels is het bij het CSE Nederlands belangrijk om je antwoord in de tekst te kunnen aanwijzen, als je dat niet kan, is het waarschijnlijk niet goed. Anders dan bij Engels of bij havo Nederlands, staan de antwoorden bij vwo Nederlands meestal niet letterlijk in de tekst. Het is op een andere manier beschreven, bijvoorbeeld met synoniemen, of het wordt op een bepaalde manier geïmpliceerd.

Een andere belangrijke check bij het beantwoorden van de vragen is dat je niet het antwoord geeft dat je zelf denkt dat ‘goed’ is, of iets dat algemeen als ‘waar’ wordt aangenomen, maar dat je het antwoord geeft dat de schrijver bedoelt.

Conclusie:

  • Oefen veel met oude examens, begin hier zeker mee aan het begin van het schooljaar dat je dit examen gaat maken.

  • Allerlei typen vragen zie je ieder examen terugkomen, zorg dat je weet hoe je die moet beantwoorden. De YouTube video’s en examenspreekuur van NOS Stories helpen daar goed bij.

College-examen vwo Nederlands: betoog of beschouwing

In mei organiseert DUO het eerste deel van het college-examen: een schriftelijk examen waarin een betoog of beschouwing geschreven moet worden. In de opdracht staan twee onderwerpen waaruit je mag kiezen. En je mag zelf kiezen of je een betoog of beschouwing wil schrijven.
Vervolgens krijg je bij de onderwerpen een aantal artikelen die je kan gebruiken voor je betoog/beschouwing.

Ik begon met Berend met schrijfoefeningen van de website Schrijfakademie. Hierop kun je allerlei leuke en afwisselende schrijfopdrachten vinden. We deden een paar van de 'vingeroefeningen' en de ‘stemoefeningen'. Inmiddels is de website uitgebreid en geherorganiseerd, maar het is nog steeds een erg goede website met inspirerende en interessante schrijfoefeningen. Perfect voor thuisonderwijzers door de goede achtergrondinfo bij de opdrachten, de opdrachten zijn ook goed opgebouwd waardoor je stap voor stap wordt meegenomen, en ze bieden interessante rabbit holes om in te duiken waar thuisonderwijzers zo dol op zijn
En ook heel handig voor kinderen die moeilijk aan het schrijven te krijgen zijn: de schrijfoefeningen beginnen klein en overzichtelijk genoeg zodat zelfs Berend zich er wel aan wilde wagen.
https://schrijfakademie.nl

Voor hun staatsexamen Engels schreven ze vorig jaar al een essay, dus oefenden we voor Nederlands met het schrijven van een betoog, op die manier was het minder werk, want hoefden we niet ook nog het schrijven van een beschouwing te oefenen.

Het betoog voor het Nederlands examen is wel wat uitgebreider dan het essay voor het Engels examen. Voor Engels was een standaard 5 paragraph essay voldoende. Inleiding met stelling, drie argumenten voor, slot. Voor Nederlands moeten daar nog twee tegenargumenten en een weerlegging bij. Bovendien krijg je een paar teksten over het onderwerp waarover je moet schrijven en daar moet je dan relevante quotes uithalen met goede bronvermeldingen.

Voor hun essay voor Engels hadden Berend en Fiene allebei een voldoende, maar lager dan ik van tevoren had ingeschat. Dus dacht ik dat ik niet streng genoeg had nagekeken en heb ik de betogen voor Nederlands heel streng nagekeken. Beetje te streng, want nu hadden ze een 8,2 en een 8 terwijl ik bang was dat een voldoende moeilijk ging worden :-S

Voor het schrijven van hun eerste betoog gebruikte ik het oefenmateriaal dat op de DUO website voor staatsexamens staat.
Eerst hebben we samen het beoordelingsmodel bestudeerd, zodat ze wisten wat er allemaal in het betoog moet komen te staan en waar je punten mee kan verdienen (bijv. titel, subtitels, signaalwoorden, etc.) en waar je punten mee kan verliezen (taalfouten, te weinig of te veel woorden).
Nadat ze hun betoog hadden geschreven, hebben we het samen nagekeken. Dat was weer ongeveer net zo treurig als het eerste essay dat ze vorig jaar voor Engels schreven :-) De een had niet eens een outline gemaakt, de ander maakte een halve outline en hield zich er vervolgens bij het schrijven niet aan. De een had geen titel of subtitel, de ander geen signaalwoorden. Etc. etc.

Vervolgens hebben we dus nog maar wat tijd besteed aan het maken van een outline. Ik heb ze twee onderwerpen gegeven waar ze uit mochten kiezen, en vervolgens hebben we daar samen een outline voor gemaakt. Dat ging nog niet vanzelf, want ze begonnen bijv. argumenten te bedenken voordat ze een stelling hadden geformuleerd…
Wanhoop niet als jouw kind dit ook doet, want oefening baart kunst, Berend en Fiene hebben uiteindelijk een goed betoog geschreven.

Omdat je niet weet welke onderwerpen je tijdens het examen krijgt om uit te kiezen, is het belangrijk om te oefenen met ‘overal een mening over hebben’. We hebben daarop geoefend door stellingen te nemen uit een lijstje met debatstellingen en daar vervolgens drie argumenten, twee tegenargumenten en weerleggingen bij bedenken. We hebben vooral geoefend met de stellingen van deze website (je kan het hoogste niveau selecteren): www.schooldebatteren.nl/stellingen

In de maanden voor het examen heb ik allebei de kinderen een stuk of 3x een betoog laten schrijven. De opdrachten hiervoor haalde ik van de DUO website: https://duo.nl/.../oefenen-voor-het.../vwo-schriftelijk.jsp
Opdracht: https://duo.nl/.../nederlands-schrijfvaardigheid-vwo-2021...
Bij het nakijken gebruikte ik het beoordelingsmodel dat je vindt bij de Oefenexamens vwo schrijfvaardigheid Nederlands (zie hieronder).
Ik keek het betoog samen met het kind na, zodat ze zelf ook konden zien hoe ze punten verdienden en kwijtraakten in het beoordelingsmodel dat DUO hanteert bij het beoordelen van de betogen.

Heel handig: er staan uitgewerkte en beoordeelde voorbeelden van betogen en beschouwingen op DUO. Een leerling schreef een betoog/beschouwing en in de comments kan je het commentaar lezen van een docent. Er zit ook een beoordeling bij. Je vindt ze onder het kopje 'Oefenexamens vwo schrijfvaardigheid Nederlands' op: https://duo.nl/.../oefenen-voor-het.../vwo-schriftelijk.jsp
Heel nuttig om het niveau dat ze moeten halen beter te kunnen inschatten en te zien waar docenten bij het nakijken op letten.

Het laatste oefenbetoog dat de kinderen schreven heeft een docente Nederlands voor ze nagekeken. Ze heeft hun teksten van een heleboel commentaar voorzien en veel adviezen gegeven hoe ze het beter konden doen. Dat was heel nuttig, zowel Berend als Fiene hebben hier heel veel aan gehad.

Conclusie:

  • Lees betogen en beschouwingen, je kan er met google ook genoeg vinden van scholieren. Zo weet je kind hoe het eruit moet komen te zien.

  • Leer hoe je een paragraaf schrijft.

  • Leer hoe een betoog of beschouwing eruit ziet. Zorg dat je exact weet welke onderdelen er bij het staatsexamen in je betoog/beschouwing moeten staan en hoe dat wordt beoordeeld (zie de vakinformatie en het oefenmateriaal op de DUO website).

  • Oefen met het schrijven van een betoog/beschouwing.

  • Gebruik het beoordelingsmodel van de DUO website om je betoog/beschouwing te beoordelen.

  • Oefen met debatstellingen op het bedenken van argumenten.

  • Heb je een ‘reluctant writer’, kijk dan of het materiaal van de Schrijfakademie helpt.

College-examen vwo Nederlands: spreekvaardigheid (voordracht)

Het mondeling examen bestaat voor vwo Nederlands uit drie onderdelen:

  • Voordracht: thuis bereid je een voordracht voor van 5 minuten die je geeft tijdens je mondeling examen.

  • Poëzieanalyse: voor het mondeling begint, ga je naar een voorbereidingslokaal. Daar krijg je een gedicht. Met daarbij soms wel vragen, soms niet. Je krijgt 20 minuten de tijd om het gedicht te lezen en je gedachten erover te ordenen en daarna bespreek je dit tijdens het mondeling. Ik bespreek dit onderdeel in een andere post.

  • Het derde onderdeel van het mondeling examen is literatuur, dat bespreek ik ook in een andere post.

Je kan voor je voordracht kiezen uit een lijst van 10 onderwerpen die in de vakinformatie Nederlands staat op de DUO website. Je krijgt ook nog een paar vragen over je voordracht.

Berend koos de kernenergie, Fiene complottheorieën. Als hulpmiddel mag je wat steekwoorden op een papiertje zetten om erbij te houden tijdens de presentatie.

Je voordracht moet opgebouwd worden volgens dezelfde regels als bij het schrijven van je betoog, dus zorg dat je een inleiding hebt met een ‘leuk haakje’, argumenten voor, tegenargumenten, weerleggingen, conclusie met goede afsluiting. En gebruik ook bronvermeldingen en quotes in je voordracht.

Laat je kind van tevoren de Wikipedia pagina over het gekozen onderwerp goed lezen, want dat doen de examinatoren vermoedelijk ook ter voorbereiding, dus het is handig dat je kind minimaal weet wat er op wiki staat ;-)

Als eerste heb ik ze laten brainstormen over wat ze wilden vertellen. Vervolgens heb ik ze geholpen om dat te ordenen in een logisch opgebouwd verhaal, eigenlijk hetzelfde als de outline voor hun betoog.

Ik had voor de thuisonderwijskinderen die dit jaar staatsexamen deden en dat wilden, docenten gezocht die ervaring hadden met het afnemen van mondelinge staatsexamens zodat de kinderen een keertje een mondeling met ze konden oefenen. Dat hebben Berend en Fiene ook gedaan. Dat was echt heel nuttig. Ik raad iedereen van harte aan om dit ook te doen bij de voorbereidingen op het staatsexamen. Het geeft veel inzicht in waar je nog aan kan werken. Fiene had bijvoorbeeld voor haar voordracht niet echt nagedacht over de volgorde van haar argumenten, maar dat was wel belangrijk. Beide kinderen hadden nog geen bronvermeldingen of quotes. Bij de poëzieanalyse konden ze de stijlfiguren nog niet goed genoeg vinden. Bij het praten over de boeken bleek dat ze dat al heel goed konden en dat vooral de analyses van de boeken ze goed hielp.

Uiteindelijk hadden ze allebei een ruim voldoende voor hun voordracht. Vergeleken met de rest van hun cijfers voor Nederlands was het wat laag. Geen idee waar dat aan lag want terugkoppeling krijg je verder niet, maargoed, het was goed genoeg.

Conclusie:

  • De lijst met onderwerpen voor de voordracht vind je op de DUO website.

  • Voor de voordracht is het handig om die van tevoren te oefenen, zorg dat je je aan de 5 minuten houdt en dat er een begin, midden en einde aan je verhaal zit. Benader je voordracht hetzelfde als het maken van een betoog met vergelijkbare onderdelen.

  • Probeer het een paar keer te oefenen van tevoren.

College-examen vwo Nederlands: poëzieanalyse

Voorafgaand aan het mondeling examen krijg je 20 minuten om een gedicht voor te bereiden. Je krijgt een opdracht met daarop een gedicht met soms al wat vragen erbij (Berend en Fiene kregen in hun opdracht alleen een gedicht, geen vragen).

Tijdens het mondeling krijg je vragen van de examinatoren, vragen over de vorm en over de inhoud van het gedicht. Hierbij moet je alle relevante termen kennen en kunnen toepassen zoals metrum, enjambement, strofe, assonantie, verschillende vormen van stijlfiguren en beeldspraak herkennen, etc.

Houd er ook rekening mee dat je meestal gevraagd wordt om het gedicht voor te lezen tijdens het mondeling examen. Dus tijdens de 20 minuten voorbereiding moet je ook wat tijd besteden aan het ‘in jezelf voorlezen’ van het gedicht om te oefenen. Berend vindt dit moeten voorlezen kindermishandeling ;-)

Voor de voorbereidingen op dit onderdeel heb ik een paar lesplannen van docenten Nederlands gebruikt. Ook keken we filmpjes op YouTube met uitleg over alle termen zoals metrum en rijm. We keken extra vaak naar filmpjes over stijlfiguren en beeldspraak, want die konden de kinderen steeds niet vinden als ze hun gedicht gingen analyseren. Net zolang tot ze het wel konden :-)

Ook deden we de hoofdstukken in onze lesmethode Kern Nederlands. Die hoofdstukken eindigen met een heel handig overzicht van poëzietermen die je moet kennen.

Voorbeelden van de poëzieanalyse opdracht vind je op de DUO website. Heel handig: deze voorbeelden zijn ook helemaal uitgewerkt, dus er staan ook vragen over de vorm en over de inhoud bij, en ook voorbeelden van goede antwoorden op deze vragen. Dat was echt heel leerzaam om te doen. Het gaf ook wel wat vertrouwen, want de kinderen beantwoordden die vragen goed: https://duo.nl/.../oefenen-voor-het.../vwo-mondeling.jsp

Verder hadden de kinderen natuurlijk vorig jaar al examen Engels gedaan waarin ook poëzie voorkomt (je moet drie gedichten op je literatuurlijst zetten voor vwo Engels). Daar hadden ze al een basis gelegd: geleerd over allerlei termen en het analyseren van poëzie.

Andere bezigheden die hielpen bij de voorbereidingen: We deden ooit een Shakepeare Family Workshop van Brave Writer waarin we onder andere leerden over sonnetten. In het boek How to Read Literature Like a Professor leerden we al dat een sonnet er vierkant uitziet. We deden soms een Poetry Tea Time en hebben een paar keer meegedaan met een serie Raadgedichten. Iedere week wordt er een gedicht gepubliceerd waaruit één woord is zwartgemaakt. Je mag bedenken welk woord er is weggelaten en jouw woord insturen via een formulier op de website. Raadgedichten zijn een heel luchtige manier om alvast wat bezig te zijn met poëzie, je leert er wat grammatica van en moet hard nadenken over de betekenis van een gedicht om het weggelaten woord te kunnen raden: https://raadgedicht.nl

Conclusie:

  • Het poëziegedeelte van de lesmethode Kern Nederlands is een goede voorbereiding op dit examenonderdeel.

  • Wij hebben dit aangevuld met filmpjes over specifieke onderwerpen omdat beide kinderen makkelijk leren door filmpjes te kijken, en om sommige onderwerpen - beeldspraak! - er goed in te krijgen.

  • Oefen dit onderdeel van tevoren met de uitgewerkte opdrachten op de DUO website.

College-examen vwo Nederlands: literatuur

Eerste tip: het viel mij op dat voor alle talen de eisen die worden gesteld aan de literatuurlijst regelmatig veranderen. Wij moesten voor het examen Nederlands in 2022 bijvoorbeeld 16 boeken lezen, in het examen in 2023 hoef je er nog maar 12 te lezen. Bij Engels veranderde er tijdens de voorbereidingsperiode ook van alles aan de eisen. Kijk dus goed in de vakinformatie op de DUO website en kijk ook af en toe nog eens terug om te kijken of er wijzigingen zijn.

Je moet je literatuurlijst in tweevoud in een ‘literatuurdossier’ voor 1 april naar DUO sturen. Doe je dat niet, dan kan je geen mondeling examen doen en krijg je dus geen eindcijfer. In dat literatuurdossier moet een lijstje staan met alle boeken, dat moet in een bepaald format, zie daarvoor de vakinformatie op de DUO website.

Je moet voor het vwo Nederlands staatsexamen in 2023 in totaal 12 boeken lezen:

  • Middeleeuwen: 1

  • Renaissance en barok: 1

  • Verlichting en romantiek: 1

  • 1880-1940: 3

  • 1940-heden: 6

Berend en Fiene hadden allebei vorig jaar voor Engels een heel goed cijfer voor het literatuur onderdeel van het mondelinge examen, dus dat gaf wel wat vertrouwen voor dit jaar.

Ja, en hoe hebben we ons hier op voorbereid? Ik vind dat lastig om te beschrijven. Ik heb altijd al heel veel boeken met de kinderen gelezen en geluisterd en altijd uitgebreid besproken tijdens het lezen en luisteren. Ik ben dol op verhalen En de kinderen ook :-)

Spelenderwijs hadden ze door alles wat we in de loop der jaren deden al best wat geleerd over dingen als een plot, thema’s, motieven, karakters, vertelperspectief, etc. We lazen bijvoorbeeld het boek ‘How to Read Literature Like a Professor - For Kids’ (goed voor het oefenen met het vinden van het thema van een boek), en tijdens English Class en de andere voorbereidingen voor het staatsexamen Engels hebben ze veel literaire termen besproken.

Voor de voorbereidingen voor Nederlands lazen we ook nog het boek Hoe lees ik? van Lidewijde Paris. Voor wat we er van hebben opgestoken vond ik dat wat veel lezen. Interessant om eens mee te kijken in de denkprocessen van iemand die op diepere lagen literatuur leest dan wij gewend zijn. Maar een paar hoofdstukken was ook wel genoeg geweest.

Een heel leuke website om literatuur mee te oefenen is LitLab, je vindt hier twee dingen: Proeven en Leesclubs. Bij de leesclubs vind je een lange lijst met boeken waarvoor ze een soort boekenclub hebben voorbereid. Met een quiz, vragenronde, discussie, om uiteindelijk tot een oordeel over het boek te komen.

De proeven zijn literatuuronderzoeken. Je kan kiezen uit allerlei verschillende onderwerpen en doet dan op een wetenschappelijke manier onderzoek naar dat onderwerp. Er komen heel veel nuttige literaire termen voorbij en je oefent goed met nauwkeurig lezen en literatuur analyseren. Heel leuk gedaan!

Ik heb er een paar met Berend en Fiene gedaan en heb de Proef over klimaatromans in een paar weken online met een groepje thuisonderwijskinderen gedaan.
https://litlab.nl/proeven/

Ik vind de overstap van jeugdboeken naar volwassenliteratuur best groot. Daarom zijn we het lezen voor de literatuurlijst begonnen met boeken van niveau 2 en wat niet al te moeilijke historische fictie. Eigenlijk te laag/ongeschikt voor op de boekenlijst, maar wel een fijne tussenstap. En ik vond het om eerlijk te zijn wel best, 16 boeken is hartstikke veel en het is een hele uitdaging om richting niveau 5 en 6 te werken, dan mag je ook best wat rustiger beginnen vond ik :-)

Kijk bij het starten met het lezen voor de literatuurlijst vooral in het Kern Nederlands *oefenboek*. Daarin staat het onderdeel ‘Literaire ontwikkeling’ vol met tips.
Ook deden we ter voorbereiding de onderdelen ‘Proza’ en ‘Literatuurgeschiedenis’ uit Kern Nederlands. Voor literatuurgeschiedenis heb ik dat aangevuld met video’s van Vlogboek op YouTube (vlot gemaakte video's die de kinderen heel leuk vonden) en de serie Literatuurgeschiedenis van SchoolTV.

Er is ook een hele leuke website over literatuurgeschiedenis vol interessante info en opdrachten. Wij zijn hier niet aan toe gekomen, maar als je tijd hebt en de belangstelling er is, dan is het zeker een aanrader: https://www.literatuurgeschiedenis.org

Ik heb zelf de boeken voor de literatuurlijst uitgekozen voor de kinderen. De kinderen hadden zelf totaal geen idee (had ik zelf als kind ook niet toen ik examen moest doen). Ik heb geprobeerd rekening te houden met wensen, maar lees zelf amper boeken van Nederlandse schrijvers, dus ben hier niet goed in thuis. Arnaud leest wel aardig wat Nederlandse literatuur, maar aan hem hadden we ook niets, want hij had geen tips en kon zich alle boeken eigenlijk niet goed herinneren. Tijdens een workshop op het eerste thuisonderwijsfestival van de NVvTO had de schoonmoeder (docente Nederlands) van een andere thuisonderwijsmoeder heel veel boekentips gegeven. Daar heb ik veel uitgehaald.
Ook is er een lijstje met boeken die kinderen zelf het leukst vonden om voor hun lijst te lezen, daar heb ik ook wat uitgehaald. Dat lijstje zal ik hieronder delen.

Bij het uitzoeken van de boeken heb ik er ook rekening mee gehouden of er een luisterboek van het boek was. Vooral Berend wil best boeken luisteren, maar zelf lezen niet echt. Ik vind luisteren ook prima, vind het al heel wat dat hij de moeite heeft genomen om al die boeken echt te luisteren. Een aantal boeken hebben we samen in de auto geluisterd toen we twee maanden op reis waren afgelopen schooljaar. En ik heb er ook nog een aantal voorgelezen.

Voor de beschrijvingen van de boeken en om uit te zoeken welk niveau een boek heeft, keek ik op deze twee websites:

Alleen het boek lezen is voor het vwo examen onvoldoende, dus na het lezen van ieder boek keken we op Lezen voor de lijst en bekeken we een paar van de vragen die daarop staan. Ook lazen we de samenvattingen en de analyses die je kan vinden op de Uitttrekselbank waarop je toegang krijgt met je lidmaatschapsnummer op je bibliotheekpas. Er staat een uitleg over de karakters, het thema van het boek, recensies, etc. Dit was steeds heel nuttig om te lezen.
Scholieren.com wordt ook vaak aangeraden voor de samenvattingen en analyses, maar ik vond het niet echt wat. Ik vond de Uittrekselbank beter.

We keken ook dit filmpje over het literatuurexamen (voor schoolkinderen, maar gaat ook op voor staatsexamen): https://youtu.be/rtSWvFijBaA
Met daarbij dit document met tips: https://drive.google.com/.../1dhPKzUtsNwF9nd.../view

Vlak voor de examens heb ik Berend en Fiene een lijst gegeven met al hun boeken met daarbij youtubefilmpjes. Van Nederlands docenten die het boek analyseren, boekbesprekingen, interviews met de auteur, etc. Dit vonden ze allebei het nuttigst bij de voorbereidingen op het literatuur examenonderdeel.

Berend en Fiene hebben het hartstikke goed gedaan tijdens dit onderdeel op hun mondelinge examen. Ik denk dat de truc is om de literaire termen te leren, alle boeken te lezen en voldoende tijd te steken in het analyseren van de boeken. Voor dat laatste raad ik vooral de uittrekselbank en YouTube aan.

Ik zal in de hieronder de boekenlijsten van Berend en Fiene delen en ook alle filmpjes die ze daarbij hebben gekeken.

Conclusie:

  • Maak de overstap van jeugdboeken naar literatuur wat kleiner door eerst ook wat eenvoudigere literatuur met je kind te lezen.

  • Als je samen met je kinderen boeken leest, kan je die altijd al met ze bespreken zodat ze oefenen in het praten over boeken.

  • Literatuur en literatuurgeschiedenis worden in Kern Nederlands goed behandeld, voor onderwerpen die er nog wat beter in moeten bij je kind, kun je video’s opzoeken op YouTube of SchoolTV.

  • Zorg dat je niet alleen het boek leest, maar ook analyses over het boek leest. Die vind je in de Uittrekselbank en op YouTube.

College-examen vwo Nederlands: literatuur - boekenlijst

Top 11 best gewaardeerde boeken door havo/vwo leerlingen:

  1. S. Brijs: De engelenmaker

  2. L. Spit: Het smelt

  3. K. van Kooten: Lieveling

  4. A. Boogers: Alleen met de goden

  5. Kluun: Komt een vrouw bij de dokter

  6. A. Lubach: IV

  7. D. Kooiman: Montyn

  8. G. Op de Beeck: Vele hemels boven de zevende

  9. H. Bervoets: Efter

  10. G. Op de Beeck: Kom hier dat ik u kus

  11. T. Olde Heuvelt: Hex

Berend's boekenlijst (incl. video's voor analyse en boek weer fris in het geheugen krijgen vlak voor examen)
Let op: dit is niet de enige analyse die we voor de boeken hebben gedaan. Iedere keer nadat we een boek uit hadden, zochten we het ook op op de website Lezen voor de lijst en in de Uittrekselbank.

Middeleeuwen:

Van den vos Reynaerde (3)

Renaissance:

Gijsbrecht van Amstel (5)

18e eeuw:

Reize door het Aapenland - Schasz (4)

1800-1880:

Majoor Frans - Bosboom Toussaint (4)

1880-1940:

Van oude mensen, de dingen, die voorbijgaan… (5)

De kleine Johannes (4)

Vanaf 1940:

Het gym - Amatmoekrim, Karin (2)

Het pauperparadijs - Jansen, S. (3)

Jacoba - Simone van der Vlugt (3)

IV - Arjen Lubach (3)

Klifi - Adriaan van Dis (3)

Joe Speedboot (4)

De engelenmaker - Stefan Brijs (4)

Willem die Madoc maakte (5)

De zwarte met het witte hart - Arthur Japin (4)

De ontdekking van de hemel (6)

Fiene's boekenlijst was bijna hetzelfde als die van Berend. Zij las Floris ende Blanchefloer i.p.v. de Reinaert en Efter i.p.v. Joe Speedboot:

Floris ende Blancefloer (3)

Efter - Hannah Bervoets (4)

 

Tips en ervaringen vwo staatsexamen Engels (2021)

Algemene tips

Nu de examens erop zitten en alles nog vers in mijn hoofd zit, leek het mij nuttig om onze ervaringen met het voorbereiden op de staatsexamens Engels op te schrijven. Hopelijk heb je er wat aan!

Ten eerste is het belangrijk om te weten waar het staatsexamen vwo Engels uit bestaat, zodat je weet waar je naartoe moet werken:
Het cijfer bestaat voor de helft uit je cijfer voor het centraal schriftelijk examen dat je in mei doet (zelfde examen als schoolkinderen). Dit is een multiple choice examen over leesvaardigheid, dus teksten lezen en daarna vragen over de inhoud van die teksten beantwoorden.

Het cijfer bestaat voor de andere helft uit het college-examen. En dat wordt weer opgebouwd uit drie onderdelen:

  • essay schrijven (0,3 deel van het college-examencijfer)

  • spreekvaardigheid: presentatie en casus (0,3 deel van het college-examencijfer)

  • literatuur (0,4 deel van het college-examencijfer)

Ik loop in aparte posts alle examenonderdelen af en zal daarbij delen hoe wij ons op dat onderdeel hebben voorbereid. Maar eerst nog even iets over hoe de kinderen überhaupt Engels leerden, de lesmethode die we hebben gebruikt en de English Class die de kinderen deden.

Berend en Fiene hebben allebei toen ze ongeveer 11-12 jaar waren Engels geleerd. Het begon toen ze 11 waren en toen ze 12 waren konden ze vloeiend Engels.

Zelf vond ik het als kind heel leuk om Engels te leren, ik leerde dat onder andere van Engelse kinderboekjes uit de bieb. Dus toen ze klein waren kocht ik leuke Engelstalige prentenboeken voor ze. Berend werd er boos van, ik mocht ab-so-luut niet in het Engels voorlezen… Ok, dan niet Berend. leerde zijn eerste Engelse woorden van Minecraft spelen waar hij mee begon toen hij een jaar of 8 was.
Toen hij wat ouder was, ging hij Engelstalige video’s op youtube kijken over Minecraft. Toen hij 11 was ging het ineens hard, hij keek videoseries over van alles en nog wat. Hij vond Crash Course World History via één van de youtubers die hij keek en die serie heb ik samen met hem gekeken en heeft hij zelf nog een paar keer gekeken. Extra Credits - over game development - vond hij ook heel interessant. Dezelfde makers maakten vervolgens ook Extra History, vonden we ook leuk om samen te kijken. Dus zo leerde Berend Engels: van minecraften en youtube video’s kijken.

Bij Fiene waren Songpop, het slijm maken en de Percy Jackson boeken manieren om Engels te leren. Fiene en ik speelden op een gegeven moment vaak samen het spelletje Songpop op mijn telefoon. Dan hoor je een stukje van een liedje en moet je raden welke artiest het is of welke titel het is. Als je het liedje niet kent, helpt het om naar de tekst te luisteren en op basis daarvan kies je dan de titel die daar het beste bij past. Zo oefende ze haar Engels goed!
Ze maakte in dezelfde periode heel veel slijm en keek daar ook graag video’s over. Eerst alleen in het Nederlands, maar na een tijdje ook in het Engels.
In 2017/2018 las ik wel tien (!) boeken voor van Rick Riordan in de Percy Jackson serie (in het Nederlands). Berend en Fiene vonden ze prachtig :-) Fiene wilde ze graag nog een keer zelf als luisterboek luisteren. Maar deze boeken bestonden alleen als Engelstalig luisterboek. Dus is ze ze in het Engels gaan luisteren. Omdat ze de verhalen al kende, ging dat best en leerde ze er heel vlot veel Engels bij.

En toen konden ze allebei Engels. Ik heb alleen vragen beantwoord als ‘Wat betekent […]?’ Ik heb daar dus verder geen lesmethodes voor gebruikt en weet ook niet echt een goede andere methode om Engels te leren als je kind het niet op een bepaald moment vanzelf oppikt. In mijn ervaring is onze maatschappij tegenwoordig zo sterk op de Engelse taal gericht, dat het niet echt uitmaakt welke interesses je kind heeft, je komt altijd al heel snel uit op Engelstalige teksten/video’s/films etc. Je komt Engels overal tegen.

Ter voorbereiding op het staatsexamen had ik de lesmethode Of Course van Malmberg aangeschaft. Omdat Berend en Fiene al Engels konden, heb ik alleen de bovenbouwboeken (4, 5 en 6 vwo) aangeschaft, onderbouw hebben we overgeslagen.
Ik heb al eerder onze ervaringen hiermee gedeeld. Ik moest best veel schrappen en aanvullen om het voor ons passend te maken.
In Of Course zitten de volgende soorten opdrachten: leesvaardigheid, luisteren, spreken, grammatica, schrijven en literatuur.

Luisteren was voor mijn kinderen geen probleem, ze hebben Engels geleerd door youtube kijken en luisterboeken luisteren, dus Engels verstaan kunnen ze om eerlijk te zijn beter dan de gemiddelde volwassene ;-) Die oefeningen heb ik dus allemaal geschrapt.

Spreken was wel nuttig om te oefenen, maar Berend weigerde om met mij Engels te spreken. Gelukkig bracht English Class redding: daar babbelde hij een paar uur per week weg in het Engels! English Class werd georganiseerd door een andere thuisonderwijsmoeder die Tumbleweed Writers heeft opgericht. Hier kan je haar website vinden met haar aanbod aan lessen voor komend schooljaar: http://www.tumbleweedwriters.com/writers.html
Ze hebben tijdens English Class twee jaar lang 1x per week met een aantal andere thuisonderwijskinderen aan hun Engels gewerkt. Ik heb dus alle spraakoefeningen uit Of Course geschrapt.

Tijdens English Class oefenden ze hun spreekvaardigheid, ze lazen en bespraken literatuur, deden grammatica oefeningen en schrijfopdrachten.
Ze hebben o.a. dit materiaal gebruikt:

Ook alle grammatica-oefeningen heb ik geschrapt uit Of Course, ik had bij zowel Berend als Fiene het idee dat ze er alleen maar van in de war raakten om met vervoegingen van werkwoorden en dat soort dingen te gaan zitten oefenen. Zij zijn allebei goed genoeg in het 'op gehoor/zicht' goed doen. Dan zijn grammaticaregels en oefeningen niet echt nodig.

Ik heb om eerlijk te zijn niet echt tips voor als je kind de correcte spelling en grammatica niet vanzelf oppikt. Ik heb Berend een tijdje iedere dag de quiz van NU Beter Engels laten doen, maar op het hoogste niveau maakte hij die bijna iedere dag foutloos, dus dat had niet veel toegevoegde waarde voor hem: https://www.nubeterengels.nl/website/index.php
In plaats van de grammatica uit Of Course heb ik Berend nog wel de oefeningen in de app Editor in Chief van de Critical Thinking Co. laten doen. Daarin krijg je teksten waar een bepaald soort grammaticafout in zit. Die teksten moet je dan verbeteren. Berend vond dat best leuk om te doen en dat paste beter bij hem. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet weet of hij er nou echt veel van geleerd heeft.
Wat hij heel erg leuk vond om te doen was Lyricstraining. Op die website vind je allemaal popliedjes met als ondertiteling de songtekst. Daar zijn woorden uit weggelaten en die moet je snel genoeg invullen zodat het liedje nog wel door gaat. Erg leuk gedaan! En een goede oefening voor spelling Voor Spaans gebruiken we het ook.
https://lyricstraining.com/en

Ik denk dat het belangrijk is om voor ogen te houden waar je vooral je aandacht op moet richten om een goed eindcijfer te halen. Je CSE examen over leesvaardigheid bepaalt voor het grootste deel je eindcijfer. Spelling en grammatica worden schriftelijk alleen met het essay schrijven getoetst. Dat essay wordt op meerdere onderdelen beoordeeld, grammatica en spelling zijn 8 van de 30 punten die je kan halen. En het essay als geheel telt voor minder dan 1/6 deel mee voor je eindcijfer. Blijf dus niet te veel hangen op spelling en grammatica als je kind dat moeilijk leert.

Schrijfopdrachten heb ik ook geschrapt uit Of Course. Ik vond ze niet echt goed of inspirerend. Wat ze in English Class deden vond ik nuttiger.

Fiene besloot pas een half jaar voor het CSE dat ze het Engels staatsexamen wilde proberen te doen en zij heeft eigenlijk bijna niets uit Of Course gedaan. Ik heb hen allebei de hoofdstukken over literatuurgeschiedenis voorgelezen en Berend heeft wat van de leesvaardigheidsoefeningen gedaan.

Centraal schriftelijk examen vwo Engels: leesvaardigheid

Om dit examen te halen op vwo niveau moet je teksten van The Economist en Science goed kunnen lezen en begrijpen. Letterlijk ieder examen bevat teksten uit deze tijdschriften.
Dat betekent dat je over een flinke woordenschat moet beschikken en dat je ook flink wat algemene ontwikkeling nodig hebt.

Dat merkte ik ook in de verschillen tussen Berend en Fiene, Berend is twee jaar ouder en heeft daardoor net wat meer algemene basiskennis waardoor hij de oefenexamens beter maakte en ook hoger scoorde op het CSE. Berend is 16 en Fiene 14 jaar.

Als je kijkt naar het type teksten waarmee wordt geoefend in lesmethodes zoals Of Course en de teksten op het CSE, dan zit daar best een niveau verschil in. Qua moeilijkheidsgraad, maar ook qua onderwerpen. De teksten in de lesmethode zijn leuker om mee te oefenen, sluiten beter aan op wat tieners interessant vinden. Het is een beetje het verschil tussen in de lesmethodes artikelen over bloggers en over het verhaal van koning Arthur, en in het CSE artikelen over alcoholisme en studies naar diabetes... Wat ik wel goed vond aan de artikelen in de lesmethode was dat ze als geheel genomen een breed beeld geven van Britse cultuur, en dat helpt zeker bij het begrijpen van de CSE teksten.

De vragen op het CSE zijn ook anders, het zijn ten eerste bijna alleen meerkeuzevragen. De ‘open vragen’ zijn eigenlijk ook geen echte open vragen. De antwoorden zijn dan het nummer van een paragraaf, de twee woorden waar een zin mee begint, of juist/onjuist.

Om deze redenen hebben wij vooral met oude examens geoefend en minder met de leesvaardigheidsoefeningen in de lesmethode. Oude examens haalde ik hier vandaan: https://www.alleexamens.nl

Het is belangrijk om je kind een goede aanpak aan te leren voor het maken van tekstverklaringsvragen zoals op het CSE. Ik heb hiervoor met de kinderen deze video’s op youtube gekeken: https://www.youtube.com/.../UCu-M6K8ihOT2Fb8tNq40v8Q/videos
Hierin maakt een docente Engels in een serie filmpjes een volledig examen Engels. Ze laat zien hoe je dit aanpakt. Na het kijken van deze video’s scoorden Berend en Fiene allebei een hele punt hoger op hun oefenexamens. Dat zat ‘m vooral in dat ze alleen de tekst gingen lezen waar de vraag over gaat.

De CSE’s zijn namelijk altijd op dezelfde manier opgebouwd, de eerste vraag over een tekst gaat over het begin van de tekst, en de laatste vraag gaat over de laatste paragraaf. Bij de vraag staat bovendien letterlijk over welke paragraaf de vraag gaat. Dus om de eerste vraag te beantwoorden, hoef je alleen de eerste paragrafen te lezen die in die vraag genoemd zijn.

Als je dat op die manier doet, zorg je ten eerste dat je kind zich beter focust op het stukje tekst dat relevant is voor de vraag, en bovendien helpt het voor kinderen die de neiging hebben om ‘te moeilijk’ te denken en allerlei dingen erbij te halen die verderop in de tekst staan maar op dat moment niet relevant zijn.

Dat brengt me op een ander punt: ik heb allebei de kinderen hard getraind op dat ze hun antwoord moesten kunnen aanwijzen in de tekst. Als ze dat niet konden, dan was hun antwoord waarschijnlijk niet goed. Als ze dan bijv. in een meerkeuzevraag kozen voor ‘to explore new market opportunities’, dan vroeg ik ze: ‘Op basis van welk stukje in de tekst baseer je dat antwoord? Wijs het eens aan’. Later werd het bij iedere vraag: ‘Ok, wijs maar aan in de tekst’ Dit heb ik er net zolang in getraind tot ze vanzelf gingen nadenken of ze hun antwoord wel in de tekst konden terugvinden. Dit is echt een briljante strategie, doe dit vooral ook met je kind, daar gaat de score echt enorm van vooruit :-)

Al met al hebben we de CSE voorbereidingen zo gedaan:
Met Berend ben ik twee jaar geleden begonnen met de voorbereidingen. Het eerste jaar heeft hij nog best wat leesvaardigheidsoefeningen uit Of Course gedaan. Het tweede jaar zijn we daar eigenlijk mee gestopt, en heeft hij alleen nog oude examens geoefend.
Niet eindeloos veel, we hebben een paar keer geoefend tot hij boven de 7 scoorde (ik vind een 7 voor het CSE een fijne marge geven voor het mondeling waarbij je cijfer toch best afhankelijk is van wie je als examinator voor je krijgt, met een 7 voor het CSE ben je met een 5 voor het mondeling nog steeds geslaagd). Daarna hebben we alleen nog vlak voor het CSE weer wat geoefend.

Met Fiene besloten we een half jaar van tevoren pas dat ze ook examen ging doen. Eerst heeft ze zelfstandig nog wat oefeningen uit Of Course gedaan. Maar we zijn ook gelijk oude examens gaan oefenen. Met daarbij een goede analyse van de fouten die ze maakte en waardoor die fout gingen. Dat was toen de aanleiding voor mij om die video’s van de docente te zoeken omdat ze in haar aanpak nog wel duidelijk kon verbeteren.

Uit de foutenanalyse met Fiene bleek ook dat ze wat economische kennis miste, en dat ze moeite had met de artikelen uit The Economist. Toen ben ik samen met haar artikelen uit The Economist gaan lezen die we op Blendle hebben staan. En we hebben ook samen naar de serie van Crash Course Economics gekeken.

Ook bleek dat ze tijdens het lezen gewoon over de woorden heen las die ze niet kende. In normale teksten geeft dat meestal niet, maar bij het CSE gaat dat al snel mis omdat de vragen over kleine nuanceverschillen gaan. Dus is ze preciezer gaan lezen, om te zorgen dat ze echt alle woorden begreep. Ik heb haar hierbij ook laten oefenen met haar woordenboek.

Conclusie voor de voorbereidingen op het leesvaardigheidsdeel:

  • Zorg dat je Engels op het niveau zit dat je artikelen uit The Economist en Science goed kunt begrijpen.

  • Zorg voor voldoende algemene ontwikkeling.

  • Oefen met de aanpak van tekstverklaring met de video’s die ik hierboven linkte.

  • Maak veel oude examens. Begin hier op z'n laatst mee aan het begin van het schooljaar dat je kind examen gaat doen.

College-examen vwo Engels: essay schrijven

Eerlijk is eerlijk, het essay schrijven hebben allebei de kinderen niet heel goed gedaan. Ze hebben wel een voldoende gehaald voor hun essay, maar in beide gevallen haalde het essay hun gemiddelde cijfer omlaag. Ik heb geen idee waarom. Het jaar erna haalden ze allebei een hartstikke goed cijfer voor hun betoog voor Nederlands.

Ik vermoed dat dat bij Berend komt omdat hij niet echt een ervaren schrijver is. Hij houdt niet van schrijven en ik heb heel veel moeite gehad om hem hiervoor te laten oefenen. Bij Fiene heeft het denk ik meer te maken met dat ze nog wel erg jong was met haar 14 jaar, je moet wel een mening hebben en kunnen onderbouwen over het onderwerp waar je een essay over schrijft. Voor een 14-jarige heeft ze dat vast goed gedaan, maar ze wordt natuurlijk beoordeeld als een 18-jarige.

Het essay schrijven is een apart examenmoment in mei. Je krijgt dan een opdracht met daarop twee onderwerpen die allebei kort worden beschreven. Je mag zelf beslissen welke van de twee onderwerpen je kiest voor je essay. Vervolgens moet je een standaard ‘5 paragraph essay’ schrijven. Een inleiding met een stelling, drie paragrafen met ieder 1 argument, en een conclusie. Minimaal 300 woorden.

Ik ben als eerste begonnen met het voorlezen van essays uit het boek Breakfast on Mars and 37 Other Delectable Essays. Dat was leuk, maar niet super nuttig voor het examen omdat de essays in een heel ander format zijn geschreven dan een standaard 5 paragraph essay. Toch pikten we uit ieder essay weer iets op dat interessant en nuttig was om mee te nemen.
https://www.bol.com/.../breakfast-on.../9200000015453562/

Omdat je niet weet welke onderwerpen je tijdens het examen krijgt om uit te kiezen, is het belangrijk om te oefenen met ‘overal een mening over hebben’, zelfs Berend had die oefening nodig ;-) We hebben daarop geoefend door stellingen te nemen uit een lijstje met debatstellingen en daar vervolgens drie argumenten bij te bedenken.
Deze lijstjes gebruikte ik om dit te oefenen:

Met Berend begon ik twee jaar geleden met de schrijfoefeningen uit Of Course en met een Amerikaanse homeschooling methode ‘The Classical Way’ (leuk, maar niet seculier). Hij weigerde beide gewoon te doen. Ik kreeg hem maar heel zelden aan het schrijven.
Ik heb hem toen een klasje op Outschool laten doen van twee lessen over het schrijven van een paragraaf. Dat heeft hij wel netjes afgemaakt.

Vervolgens begon de Tumbleweed Writers English Class en heb ik het in de capabele handen gelaten van de moeder die dat organiseerde :-) En haar opdrachten maakte hij wel, dus dat was mooi.

In de maanden voor het examen heb ik allebei de kinderen een stuk of 3x een essay laten schrijven. De opdrachten hiervoor haalde ik van de DUO website. Daarop staan ook de beoordelingsmodellen die bij de opdrachten horen.

Het was echt heel nuttig om samen met de kinderen hun essays te beoordelen met dat beoordelingskader. Een paar voorbeelden: als je minder dan 300 woorden schrijft, krijg je per 5 woorden 1 punt aftrek (van de maximaal 30 punten), dus dat gaat heel snel!
In hun eerste essays gebruikten ze ook niet de ‘linking words’ die je verplicht moet gebruiken in iedere paragraaf. Berend’s eerste essay had geen titel.

Ook staat er een voorbeeldessay op DUO. Een leerling schreef een essay en in de comments kan je het commentaar lezen van een docent. Er zit ook een beoordeling bij: https://duo.nl/images/engels-oefenopdracht-betoogpdf.pdf Dit is het bijbehorend beoordelingsmodel: https://duo.nl/.../engels-beoordeling-model-betoog-versie...
(dit essay maakte Berend en Fiene trouwens wellicht wat overmoedig, want dit was een heel simpel essay waar een 7 voor werd gegeven, zij vonden hun eigen essays veel beter; qua inhoud en woordenschat was dat denk ik ook wel zo, maar ik vermoed niet op signaalwoorden en coherentie)

Ik heb Berend en Fiene ook een keer een geprinte tekst van 300 woorden gegeven en heb ze dat laten overschrijven zodat ze wisten hoe 300 woorden er in hun eigen handschrift uit zag. Bij Berend was dat ongeveer 1,5 pagina A4. Het examen moet je namelijk gewoon met de hand schrijven. Wel zo handig om een idee te hebben van hoeveel dat ongeveer is.

Ook voor dit onderdeel heb ik Of Course bijna niet gebruikt. Er zitten allerlei soorten schrijfoefeningen in, o.a. voor het schrijven van een CV of een email. Maar er is maar 1 soort schrijfopdracht dat wordt getoetst met het examen: een essay. De aanpak in de lesmethode voor het oefenen van het schrijven van een essay vond ik ook niet echt inspirerend. Het was niet slecht of zo, dus als dat is wat je hebt, dan is het vast bruikbaar. Er wordt alleen maar weinig geoefend met het essay in Of Course omdat het maar één van de schrijfvormen is waarmee ze oefenen.

Maar een 5 paragraph essay is echt een standaard high school opdracht, dus er is ontzettend veel Amerikaans (homeschooling) materiaal voor te vinden. Op Outschool deed Berend een klasje voor het schrijven van een paragraaf, maar ze hebben ook klasjes voor een heel essay. Brave Writer heeft ook verschillende cursussen voor het schrijven van een essay: Expository Essay, of de introductiecursussen Essay Prep: https://bravewriter.com/onli.../expository-essay-exploratory
Als je googlet op ‘5 paragraph essay’ vind je ook heel veel info over wat er in moet komen te staan en hoe je het aanpakt.

Fiene houdt van schrijven, dus zij had veel meer schrijfervaring. Zij heeft op Outschool een keer een cursus creative writing in Percy Jackson thema gedaan. Ze heeft ook al 2x meegedaan met NaNoWriMo en ik heb met haar het werkboek dat daarbij zit gedaan. Het schrijven ging haar dus een stuk makkelijker af.
Zij heeft verder ter voorbereiding hetzelfde gedaan als Berend, English Class, essays schrijven 3x geoefend, etc.

Nog een tip voor als je geen English Class hebt zoals wij dat hadden: The Learning Network van The New York Times heeft heel veel leuk lesmateriaal. Materiaal dat net als Brave Writer kinderen echt uitlokt om wat op te schrijven. Bijv. in hun Film Club de video ‘Is It Basketball … or Socialism?’, met daarbij een paar vragen waarbij je om je mening wordt gevraagd.

Er is ook een schrijfcurriculum voor het hele jaar, maar dat is voor kinderen die het een leuke uitdaging vinden om grote schrijfprojecten aan te pakken. Voor kinderen die moeilijk aan het schrijven te krijgen zijn, zijn de opdrachten in Film Club, What’s Going On in This Picture, en What’s Going On in This Graph leuk. Je kan een comment achterlaten op een post, en de journalisten van de NY Times reageren daar dan op een vast moment iedere week op.

Er zijn Writing Prompts die je bijv. voor een freewrite kan gebruiken. Er is ook nog de Lesson of the Day, echt heel thuisonderwijs-achtig :-) Ze nemen dan een artikel uit de NY Times en geven daar achtergrondinfo en filmpjes bij, je leest het artikel en dan komen daar wat leesvaardigheidsvragen over, en tenslotte een schrijfopdracht of een andere activiteit. Twee voor de prijs van één, want dit is een oefening met het lezen van artikelen op examenniveau én een schrijfopdracht! :-)

Ik heb The Learning Network in het begin wel gebruikt met de kinderen. Wij zijn er mee gestopt toen ze English Class zijn gaan doen omdat ze daar ook al oefenden met schrijven.
https://www.nytimes.com/section/learning

Conclusie:

  • Lees essays, je kan er met google ook genoeg vinden van scholieren. Zo weet je kind hoe het eruit moet komen te zien.

  • Leer hoe je een paragraaf schrijft.

  • Leer hoe een 5 paragraph essay eruit ziet.

  • Oefen met het schrijven van essays.

  • Gebruik het beoordelingsmodel van de DUO website om je essay te beoordelen.

  • Oefen met debatstellingen op het bedenken van argumenten.

  • Heb je een ‘reluctant writer’, kijk dan of het materiaal van Brave Writer of van The Learning Network van The NY Times helpt.

College-examen vwo Engels: spreekvaardigheid (presentatie en casus)

Het mondeling examen bestaat voor vwo Engels uit drie onderdelen:

  • Voor het mondeling begint, ga je naar een voorbereidingslokaal. Daar krijg je een casus. Een tekst met daarbij soms wel vragen, soms niet. Je krijgt 20 minuten de tijd om de tekst(en) te lezen en je gedachten erover te ordenen. Tijdens het mondeling krijg je vragen van de examinatoren over deze casus.

  • Thuis bereid je een presentatie voor van max. 5 minuten die je geeft tijdens je mondeling examen. Je krijgt ook nog een paar vragen over je presentatie. Je mag het onderwerp zelf kiezen, maar het moet wel iets met ‘het Engelse taalgebied’ te maken hebben. Berend koos de ‘South Sea Bubble’, Fiene ‘Smog in London’. Je moet thuis een poster op minimaal A3 formaat maken en meenemen. De presentatie geef je met behulp van die poster.

  • Het derde onderdeel van het mondeling examen is literatuur, dat bespreek ik in een andere post.

Over spreekvaardigheid in zijn algemeen: het is echt een vaardigheid die je naast lezen, luisteren en schrijven apart moet oefenen. Als je Engels kan schrijven, betekent dat niet automatisch dat je vlot Engels kan spreken. Mijn kinderen willen allebei helaas geen Engels met mij spreken om deze vaardigheid te oefenen. In hun verdere dagelijkse leven zijn er ook amper momenten waarop ze Engels spreken. Dus oefenen was wel een dingetje totdat ze met English Class (van Tumbleweed Writers) begonnen. Daar hebben ze wekelijks goed kunnen oefenen.

Als je zelf goed Engels kan en het geluk hebt dat je kinderen wel Engels met je willen spreken, kan je het zelf met ze oefenen. Zo niet, dan is het handig om een situatie te creëren waarin ze kunnen oefenen. Dat kan zijn met een bijlesleraar, online via bijv. iTalki, misschien kan je kind een bijbaantje of vrijwilligerswerk zoeken waar Engels voor gesproken moet worden, of misschien heb je iemand in je familie of kennissenkring waarmee je kind wil oefenen. Zo oefent Berend bijv. voor Spaans met mijn Spaanse schoonzusje :-)

Nog wel een tip: English Class was al een paar maanden voor het mondelinge examen afgelopen (hun mondeling examen was pas middenin de zomervakantie, in augustus), en daardoor hadden ze allebei toch echt al vrij lang tijd zo goed als geen Engels gesproken. Vooral Fiene speelde dat wel parten tijdens haar mondelinge examen. Het is handig om ook vlak voor het examen nog wel je vaardigheden bij te houden.

De casus hebben we niet echt veel apart geoefend. Ik heb ze een dag voor het examen de voorbeeldcasus van de DUO website gegeven en 20 minuten de tijd gegeven om die te lezen en te annoteren: https://duo.nl/.../oefenen-voor-het.../vwo-mondeling.jsp
Dat annoteren is trouwens ook wel een dingetje. Ik heb echt mijn best gedaan om de kinderen fatsoenlijk te leren annoteren, maar ze willen allebei in verschillende gradaties niet echt luisteren. Dus ze zijn er nog niet ontzettend goed in…

Voor de presentatie heb ik ze een onderwerp laten kiezen waar ze al wel wat vanaf wisten. Ik heb ze van tevoren de Wikipedia pagina goed laten lezen, want dat doen de examinatoren vermoedelijk ook ter voorbereiding, dus het is handig dat je kind minimaal weet wat er op wiki staat.
Als eerste heb ik ze laten brainstormen over wat ze wilden vertellen. Vervolgens heb ik ze geholpen om dat te ordenen in een logisch opgebouwd verhaal. De poster hebben ze op canva.com gemaakt en hebben we op A3 uitgeprint in de plaatselijke copyshop.
Ze wilden allebei niet oefenen met het geven van hun presentatie. Fiene heeft het wel een keertje alleen voor de spiegel geoefend. Oefenen is natuurlijk wel een goed idee, alleen al om te kijken of je niet te kort vertelt (Fiene) of te lang (Berend).

Om je presentatie op ‘vwo niveau’ te krijgen, had ik de kinderen aangeraden om hun onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Als je het bijv. over ‘Smog in London’ hebt: Wat zijn de oorzaken, de gevolgen? Kan je die gevolgen opsplitsen in verschillende soorten (bijv. gezondheid, natuur, stedenbouwkundig)? Kan je verbanden leggen met andere plaatsen en andere tijden?

Ik had voor de thuisonderwijskinderen die dit jaar staatsexamen deden en dat wilden, docenten gezocht die ervaring hadden met het afnemen van mondelinge staatsexamens zodat de kinderen een keertje een mondeling met ze konden oefenen. Dat hebben Berend en Fiene ook gedaan. Dat was echt heel nuttig. Ik raad iedereen van harte aan om dit ook te doen bij de voorbereidingen op het staatsexamen. Het geeft veel inzicht in waar je nog aan kan werken. Bij Berend was dat bijv. dat er onvoldoende opbouw (intro, body, conclusion) zat in zijn presentatie. Bij Fiene ging het spreken niet soepel omdat ze al heel lang geen Engels meer had gesproken (laatste English Class was al maanden geleden).

Conclusie:

  • Als je zelf niet goed Engels spreekt, of je kind niet met je wel oefenen, zorg dan dat je kind op een andere manier veel Engels kan spreken.

  • Een voorbeeldcasus vind je op de DUO website.

  • Voor de presentatie is het handig om die van tevoren te oefenen, zorg dat je je aan de 5 minuten houdt en dat er een begin, midden en einde aan je verhaal zit. Benader je onderwerp voor vwo niveau vanuit verschillende invalshoeken/vakgebieden en leg verbanden met andere plaatsen en tijden.

  • Zorg dat je vlak voor het mondelinge examen nog je gespreksvaardigheden opfrist zodat je er weer goed in zit.

College-examen vwo Engels: literatuur (boeken, korte verhalen en gedichten)

Eerste tip: het viel mij op dat de eisen die worden gesteld aan de literatuurlijst regelmatig veranderen. Tijdens onze voorbereidingen zijn er verschillende dingen veranderd, o.a. dat we nog maar 6 boeken moesten lezen in plaats van 7, en dat er verplichte keuzelijsten kwamen.
Kijk dus goed in de vakinformatie op de DUO website en kijk ook af en toe nog eens terug om te kijken of er wijzigingen zijn.

Je moet je literatuurlijst in tweevoud in een ‘literatuurdossier’ voor 1 april naar DUO sturen. Doe je dat niet, dan kan je geen mondeling examen doen en krijg je dus geen eindcijfer. In dat literatuurdossier moet een lijstje staan met alle boeken, korte verhalen en gedichten, de tekst van de gedichten moet er in zijn geheel bij staan, en van de boeken en korte verhalen moet je een korte samenvatting schrijven.

Wij moesten 6 boeken lezen, 3 korte verhalen en 3 gedichten. Twee van de boeken en twee gedichten moesten van vóór 1900 zijn.

In eerste instantie had ik een andere examenplanning voor Berend en zou hij eigenlijk eerst Nederlands examen doen en een jaar later Engels. Toen ik die vakken ging voorbereiden, viel het mij op dat je voor Engelse literatuur veel ‘acceptabelere’ literatuur op je lijst kon zetten dan voor Nederlands.Toen we begonnen met de voorbereidingen op dit examen, was Berend nog maar 14 jaar en veel van de Nederlandstalige literatuur zit vol geweld, seks en volwassenproblematiek zoals echtscheidingen. Niet ontzettend leuk of interessant voor een gemiddelde 14-jarige. Daarom heb ik Engels en Nederlands omgedraaid in onze examenplanning.

Ik zou het nu achteraf gezien iedereen aanraden om, als je kind al Engels kan, eerst Engels examen te doen en dan Nederlands. Engels is eigenlijk een soort Nederlands examen, maar dan in het Engels en makkelijker :-)

Ja, en hoe hebben we ons hier op voorbereid? Ik vind dat lastig om te beschrijven. Ik heb altijd al heel veel boeken met de kinderen gelezen en geluisterd en altijd uitgebreid besproken tijdens het lezen en luisteren. Ik ben dol op verhalen En de kinderen ook :-)

Jaren geleden deden we al eens een familieworkshop van Brave Writer over Shakespeare. We deden mee aan series van raadgedicht.nl, we deden Poetry Tea Time, als ik een relevant short story kende, las ik die voor, bijv. A Modest Proposal toen we het over satire hadden toen we Animal Farm lazen. We lazen het boek ‘How to Read Literature Like a Professor - For Kids’ (goed voor het oefenen met het vinden van het thema van een boek). Spelenderwijs hadden ze daardoor al best wat geleerd, termen als ‘iambic pentameter’ kenden ze bijv. al wel.

Ik vind de overstap van jeugdboeken naar volwassenliteratuur best groot. Daarom heb ik in het eerste van de twee jaar voorbereidingstijd die we voor dit examen hebben genomen, een aantal boeken gelezen die daar een beetje tussenin zitten. Ik organiseerde daarvoor een maandelijkse online boekenclub met andere thuisonderwijskinderen. We lazen met de boekenclub boeken als The Curious Incident of the Dog in the Night-time en Animal Farm en short stories van Roald Dahl en Agatha Christie. Daarnaast lazen we ook young adult boeken zoals de Tiffany Aching serie van Terry Pratchet en Turtles All the Way Down van John Green.
Vervolgens hebben de kinderen in het tweede jaar van de voorbereidingen de 6 boeken gelezen die op hun boekenlijst staan.

Tijdens English Class hebben ze veel literaire termen besproken en bespraken ze A Midsummer Night’s Dream, Frankenstein en Great Expectations. Daarnaast heb ik twee lesplannen gedaan met de kinderen die ik had gekocht op Teachers Pay Teachers. Die voor short stories hebben we maar deels gedaan. Die voor poetry hebben we helemaal gedaan en kan ik echt van harte aanbevelen:

Voor gedichten is dit denk ik een goede voorbereiding:
Basisschool- en onderbouwleeftijd: poetry tea time (zie tips op de website van Brave Writer, wij lazen gewoon Nederlandstalig, Gruwelijke rijmen van Roald Dahl etc.) en Raadgedicht. En dat hoeft echt niet wekelijks of zelfs maar maandelijks. Wij hebben dat gewoon af en toe gedaan als we er tijd voor hadden en zin in hadden. En Berend heeft hier bijna niet aan meegedaan, ik deed het vooral met Fiene.

Dit lesplan van Mensa for Kids: Magical Music Tour waarin je literaire termen leert met de songteksten van popliedjes: https://www.mensaforkids.org/.../magical-musical-tour/ (je hoeft natuurlijk niet alles te doen hiervan, kies wat je leuk vindt/de onderwerpen die je nog niet hebt behandeld). Hierin komt van alles voor, zoals simile en metaphor, narrator point of view, etc.

Voor de examens heb ik bovenstaande poetry unit van Laura Randazzo met de kinderen gedaan. Een deel van de gedichten op hun lijsten komt uit deze unit

Voor literary terms en het oefenen met het analyseren van literatuur:
Als we voor het eerst met bepaalde literaire termen aan de slag gingen, zocht ik ze altijd even op Shmoop op, en las ik hun uitleg voor: https://www.shmoop.com/literature-glossary/ Ook zoek ik dat soort termen vaak op youtube op zodat een docent het even kan uitleggen :-)

Ik heb een jaar lang een maandelijkse boekenclub georganiseerd waarin de kinderen boeken konden bespreken met elkaar. Goede oefening in kletsen over boeken :-) Iedere maand koos ik een bepaalde term om met de kinderen te bespreken. Bijv. beeldspraak bij The Curious Incident of the Dog in the Night-time, en satire bij Animal Farm.

Verder praten we eigenlijk altijd al veel over wat we samen lezen. Wat valt ons op? Waar doet het ons aan denken? Ik vraag ze tijdens het lezen ook dingen als hoe zij denken dat het verder zal gaan, of ze het ergens mee eens zijn of niet, etc. En ik geef altijd overal commentaar op ;-) Zo lazen we dit jaar Uncle Tom’s Cabin, dat kreeg heel veel commentaar van mij, een soort van doorlopende ondertiteling ;-)

Dit was Berend’s literatuurlijst:
Books:

  • A Midsummer Night’s Dream

  • Frankenstein

  • Great Expectations

  • Lord of the Rings

  • The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy

  • White Teeth

Short Stories:

  • Jonathan Swift: A Modest Proposal

  • Edgar Allan Poe: The Cask of Amontillado

  • Langston Hughes: Thank You, Ma’am

Poems:

  • Robert Herrick: To the Virgins to Make Much of Time (Gather Ye Rosebuds)

  • Walt Whitman: O Captain! My Captain!

  • Amanda Gorman: The Hill We Climb

Dit was Fiene’s literatuurlijst:
Books:

  • A Midsummer Night’s Dream

  • Frankenstein

  • Great Expectations

  • Jane Austen: Pride & prejudice

  • Frank McCourt: Angela’s Ashes

  • The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy

Short Stories:

  • Jonathan Swift: A Modest Proposal

  • Katherine Mansfield: The Garden Party

  • Langston Hughes: Thank You, Ma’am

Poems:

  • William Shakespeare: The Seven Ages of Man (voor 1900)

  • John Donne: No Man is an Island (voor 1900)

  • Amanda Gorman: The Hill We Climb

Zorg dat je je kind niet alleen de boeken, korte verhalen en gedichten laat lezen, maar dat je ze ook analyses laat lezen over alle werken. Of zelf het boek met ze analyseren als dat jullie ding is. De examinatoren zijn gewend om kinderen voor hun neus te krijgen die alleen de samenvatting en de analyse van een boek hebben gelezen en verwachten dat je op dat niveau over een boek kan praten. Alleen het boek lezen is dan niet helemaal voldoende.

Dus nadat ze al hun boeken etc. hadden gelezen, heb ik samen met ze de analyses van de werken op Shmoop gelezen. Of een andere website als het werk niet op Shmoop stond. Vervolgens heb ik de kinderen in de twee weken voor hun mondeling examen nog wat video’s over al hun werken laten kijken zodat hun geheugen weer werd opgefrist. Voor de gedichten koos ik een filmpje waarin het gedicht werd voorgedragen, zodat ze het nog een keertje konden luisteren, en voor alle werken op hun lijst koos ik ook een video waarin het werd geanalyseerd.

Voorbeeld voor Great Expectations:
In de voorbereidingen keken we dit filmpje en lazen we de Shmoop pagina:

In de week voor het mondelinge examen keken de kinderen deze analyses:

Ten slotte: in de lesmethode Of Course wordt literatuur amper behandeld. Er staat in ieder jaar 1 hoofdstuk over literatuur. Daarin staan een paar definities, van literary terms en literaire stromingen, vervolgens staat er een fragment uit een boek dat past in de literaire stroming die werd besproken. Er zitten verder geen vragen of opdrachten bij. Dus dit is eigenlijk alleen nuttig om meer te leren over de literaire stromingen. Voor het oefenen met literatuur of het leren over de literary terms zou ik het materiaal gebruiken dat ik hierboven noemde.

Conclusie:

  • Maak de overstap van jeugdboeken naar literatuur wat kleiner door eerst ook wat eenvoudigere literatuur met je kind te lezen.

  • Als je samen met je kinderen boeken leest, kan je die altijd al met ze bespreken zodat ze oefenen in het praten over boeken.

  • Literatuur wordt in de lesmethode die wij hadden onvoldoende behandeld, dus daar moet je eigen materiaal of een andere lesmethode voor zoeken.

  • Zorg dat je niet alleen het boek (en short story/gedicht) leest, maar ook analyses over het boek leest.

 

Tips en ervaringen vwo staatsexamen geschiedenis (2021)

Algemene tips

Nu de examens erop zitten en alles nog vers in mijn hoofd zit, leek het mij nuttig om onze ervaringen met het voorbereiden op het staatsexamen geschiedenis op te schrijven. Hopelijk heb je er wat aan!

Ten eerste is het belangrijk om te weten waar het staatsexamen vwo geschiedenis uit bestaat, zodat je weet waar je naartoe moet werken:
Het cijfer bestaat voor de helft uit je cijfer voor het centraal schriftelijk examen dat je in mei doet (zelfde examen als schoolkinderen). Het cijfer bestaat voor de andere helft uit het college-examen, dat is een mondeling examen, voor vwo van 40 minuten.

Ik zal eerst een poging doen om te beschrijven hoe de examenstof van geschiedenis eruit ziet. Maar dat is een duidelijk geval van ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel moeilijker’ ;-)

Vervolgens zal ik beschrijven hoe wij geschiedenis hebben aangepakt in PO en onderbouw, en dan hoe we ons hebben voorbereid op het vwo staatsexamen.

Staatsexamen geschiedenis: Indeling examenstof

De examenstof voor geschiedenis is wat ingewikkeld opgezet. Eerst het eenvoudige stuk: De stof wordt op twee momenten getoetst: het centraal schriftelijk examen in mei (CSE) en het mondeling college-examen. Dat laatste examen vervangt voor staatsexamens de schoolexamens die reguliere scholieren op school doen.

Het staatsexamen geschiedenis vwo gaat over de 10 tijdvakken en de vier historische contexten, plus twee thema’s en nog een onderwerp. Tijdens het CSE worden de tien tijdvakken en de vier historische contexten getoetst. Tijdens het mondeling college-examen krijg je een casus en moet je vragen beantwoorden over vier van de vijf thema’s (eentje mag je zelf kiezen tijdens het mondeling) en het onderwerp.

Tien tijdvakken: de hele geschiedenis is verdeeld in 10 tijdvakken, per tijdvak heb je een aantal kenmerkende aspecten die dat tijdvak beschrijven. Tijdvak 1-10 (en de bijbehorende kenmerkende aspecten) wordt eigenlijk alleen in het CSE getoetst, tenzij het in de thema’s voorkomt, dan kan het ook ter sprake komen tijdens het mondeling examen.
Er zijn vier historische contexten, vijf thema’s en één onderwerp:

Historische contexten in 2022:

  • Steden en burgers in de Lage Landen 1050-1700

  • Verlichting 1650-1900

  • China 1842-2001

  • Duitsland in Europa 1918-1991

Thema’s in 2022 (worden alleen in mondeling getoetst):

  • Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 (is hetzelfde als de historische context die tot en met 2021 in het CSE vwo geschiedenis zat)

  • Steden en burgers in de Lage Landen 1050-1700 (is hetzelfde als de historische context van het examen)

  • China 1842-2001 (is hetzelfde als de historische context van het examen)

  • Duitsland in Europa 1918-1991 (is hetzelfde als de historische context van het examen)

  • Geloof en Verstand (wordt alleen in mondeling getoetst)

Onderwerp in 2022: Geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie (wordt alleen in mondeling getoetst)

Let op bij het uitzoeken van de lesboeken: ongeveer iedere 5 jaar veranderen de onderwerpen van de geschiedenisexamens. Havo heeft sinds 2021 nieuwe examenstof, vwo vanaf 2022. Dus zorg dat je boeken koopt die de juiste examenstof behandelen.

In het geval van het vwo examen heb je naast de lesboeken die de nieuwe examenstof behandelen, voor het staatsexamen ook het oude lesboek over de historische contexten nodig, omdat 1 van de onderwerpen die in het mondeling wordt getoetst een oude historische context is en niet in de nieuwe lesboeken staat die scholen gebruiken.

Daarnaast heb je de twee katernen ‘Geloof en verstand’ en ‘Geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie’ nodig. Die kan je los bestellen bij Noordhoff.

Het havo staatsexamen geschiedenis lijkt qua opzet op dat van het vwo, maar dan iets minder examenstof. Het vmbo examen is heel anders ingericht en gaat met name over staatsinrichting en moderne geschiedenis, met daarbij nog twee thema’s. Je kan dit allemaal per niveau nalezen in de documenten op de DUO website bij Vakinformatie.

Mijn advies: kijk van tevoren goed welke onderwerpen deel uit maken van het examen!

Staatsexamen geschiedenis: PO en onderbouw

De kinderen en ik hebben geschiedenis altijd al een leuk onderwerp gevonden! We lazen echt heel veel historische fictie en non-fictie. Van de boeken van Arend van Dam tot Thea Beckman.
De boeken koos ik uit op basis van tips van andere thuisonderwijzers, de mooie lijsten van collega-thuisonderwijzer https://vanallemarktenthuis.com/charlotte-mason-mooie.../
https://vanallemarktenthuis.com/levende-geschiedenis.../
https://vanallemarktenthuis.com/levende-geschiedenis.../
van Amerikaanse homeschooling facebookgroepen, van de leeslijsten van Charlotte Mason lesmethodes, vooral van Build Your Library https://buildyourlibrary.com, en van de website voor de canon van de Nederlandse geschiedenis: https://www.canonvannederland.nl

Op onze blog houd ik al een aantal jaar bij welke boeken we hebben gelezen, wellicht leuk ter inspiratie:
2017/2018: http://berefien.blogspot.com/.../boekenlijst-20172018.html
2018/2019: http://berefien.blogspot.com/.../boekenlijst-20182019.html
2019/2020: http://berefien.blogspot.com/.../boekenlijst-2019-2020.html

Ook neem ik de kinderen al van jongs af aan mee naar musea. Het Archeon, Oudheden in Leiden, het Zuiderzeemuseum, etc. etc. We zijn de afgelopen jaren naar heel veel verschillende musea geweest, vaak ook samen met andere thuisonderwijsgezinnen voor heel leuke rondleidingen of workshops.

Toen Berend een jaar of 11 was, keek hij vaak filmpjes op youtube over gamen, ik weet niet precies hoe, maar via die youtube kanalen kwam hij op Crash Course terecht. Hij liet het aan mij zien en vroeg of ik mee wilde kijken. We hebben zo samen Crash Course World History gekeken. En later Extra History, een deel van The Great War, en nog andere geschiedenisfilmpjes. Berend vond het altijd erg interessant. Hij heeft de filmpjes van Crash Course zo vaak gezien, dat hij de World History serie zo ongeveer uit zijn hoofd kent :-)

Op een gegeven moment hebben we ook een tijdlijn in de gang gemaakt. We lazen toen met name boeken over mythologie en de oudheden, dus de tijdlijn ging tot het begin van de middeleeuwen. We hebben er niet ontzettend veel op gezet, maar Berend vond het wel leuk om wat kaartjes te maken van onderwerpen die hij interessant vond om vervolgens op de tijdlijn te plakken.
Hier waren we bijv. bezig om kaartjes te maken: http://berefien.blogspot.com/2017/07/tijdlijn-research.html
Zo zag de tijdlijn er uiteindelijk uit: http://berefien.blogspot.com/2020/06/nieuwe-tijdlijn.html

Een half jaar voor we met de bovenbouw geschiedenis lesstof gingen beginnen, ben ik met de kinderen History Odyssey van Pandia Press gaan doen, een Amerikaanse lesmethode speciaal voor thuisonderwijzers. Leuk materiaal, maar ik moest er wel veel uit knippen en aan toevoegen om het passend te maken. Uiteindelijk hebben we er alleen de eerste paar hoofdstukken van gedaan, en eigenlijk met name de boeken gelezen - o.a. Reis om de wereld in 80 dagen en Things Fall Apart - en wat van de activiteiten gedaan.
https://www.facebook.com/geschieden.../posts/409833522906675

Toen Berend 14 jaar was, zijn we begonnen met het voorbereiden op het staatsexamen geschiedenis. Ik had daar twee jaar voor uitgetrokken, zodat hij toen hij 16 was examen kon doen. Vanwege zijn zeer uitgebreide basiskennis over geschiedenis, hebben we ervoor gekozen om de onderbouw lesboeken over te slaan. Hierbij speelde ook mee dat Berend niet echt van herhaling houdt, en alle examenstof in de bovenbouw volledig wordt behandeld. Dus hebben we alleen de lesboeken voor de bovenbouw behandeld.

Mijn persoonlijke advies: ik zou in de onderbouw geen Nederlandse lesmethode gebruiken voor geschiedenis. Doe in de onderbouw de geschiedenis die je leuk vindt, bovenbouw is echt genoeg om je voor te bereiden op het examen. De reden hiervoor is dat ik het Nederlandse geschiedenisonderwijs op het VO heel ‘hap snap’ vindt, je kan moeilijk de rode draad oppikken uit het geboden onderwijs. De 10 tijdvakken bieden ieder een blik in de geschiedenis, maar staan vrij los van elkaar, er worden ook alleen wat highlights behandeld waarin allerlei keuzes zijn gemaakt voor wat ze meenemen en wat niet. Ik kan er geen goed verhaal van maken…

Om wel een beeld te krijgen van de ‘rode draad’, raad ik deze boeken aan:

Een andere reden dat we de onderbouw hebben overgeslagen is dat ik in ons geval een beetje vreesde voor een ‘bore out’ als je jaren en jaren achter elkaar met dezelfde onderwerpen aan de slag gaat.
Ik vind het ook heel zonde om eerlijk te zijn. In het Nederlandse geschiedenisonderwijs worden hele duidelijke keuzes gemaakt voor welke onderwerpen worden behandeld (voornamelijk Nederlandse geschiedenis, beetje Europese, heel klein beetje wereld). Jammer om al die andere interessante onderwerpen links te laten liggen en jarenlang alleen maar met hetzelfde bezig te gaan.

Ik zou in de onderbouw de onderwerpen kiezen waar je kind belangstelling voor heeft, dat kan van alles zijn, kunstgeschiedenis, wetenschapsgeschiedenis, WO II, geschiedenis van de auto-industrie, literatuurgeschiedenis, geschiedenis van de stad waar je woont, van je eigen familie, voetbal etc. etc.

Wat ook een leuke optie is - vooral als jullie Engels spreken - zijn Amerikaanse homeschooling methodes. Daar zitten heel veel leuke dingen tussen. Van Build Your Library’s unit studies over de prehistorie of WO II tot lesmethodes zoals History Odyssey/Quest van Pandia Press.

Ter voorbereiding van het uiteindelijk doen van staatsexamens is het handig dat aan te vullen met historische vaardigheden:

Kort samengevat is dit wat wij voor PO en onderbouw voor geschiedenis hebben gedaan:

  • historische romans lezen/luisteren

  • non-fictie lezen/luisteren

  • musea en workshops

  • documentaires en videoseries gekeken

  • tijdlijn gemaakt

Staatsexamen geschiedenis: Bovenbouw: lesmethodes

Wij hebben ervoor gekozen om de bovenbouw examenstof voor geschiedenis in 2 jaar te behandelen. Het eerste jaar hebben we de 10 tijdvakken behandeld, het tweede jaar de historische contexten en de extra onderwerpen, en hebben we examentraining gedaan.

Ik heb van tevoren verschillende geschiedenislesmethodes met elkaar vergeleken. Uiteindelijk heb ik er drie gebruikt: Geschiedeniswerkplaats, Sprekend verleden, en Forum geschiedenis.

Geschiedeniswerkplaats heb ik als ‘spine’ gebruikt voor het onderwijs. Het is een ietwat saaie methode, maar heeft een heel duidelijke structuur waarin heel makkelijk de examenstof is te herkennen. Er is simpelweg een lesboek en vragenboek over de 10 tijdvakken, een apart boek voor de historische contexten, en een paar losse katernen voor de extra onderwerpen voor het staatsexamen.

Sprekend verleden heb ik als supplement gebruikt. Ik vind het op zich een mooie methode, met veel extra info die je als thuisonderwijzer graag toevoegt. Maar het is wat warrig opgezet qua hoofdstukindeling. Daar kan je niet zomaar de examenstof uithalen. Dus dan is het niet echt duidelijk welke stof je nou moet leren voor het CSE en wat voor het mondeling, en wat ze gewoon 'voor de leuk' hebben toegevoegd. Bovendien is de uitgever - Walburg Pers - heel onvriendelijk tegen thuisonderwijzers en weigeren ze ons het docentenmateriaal te verkopen, zelfs niet via de NVvTO. Ik vind het echt ondoenlijk om examens voor te bereiden zonder antwoordenboek e.d. Waardeloos dus.

In het tweede jaar heb ik de digitale boekvervangende licentie van het boek Forum geschiedenis van uitgever Boom ook als supplement gehad. De schrijvers hiervan hadden duidelijk niet veel op met de indeling van de examenstof en hebben er nog meer dan Sprekend verleden hun eigen draai aan gegeven Maar het deel van het boek ‘Thema’s’ vond ik echt heel goed gemaakt. Ik heb dat de kinderen gewoon als voorleesboek voorgelezen, zo goed geschreven was het.
Als thuisonderwijzer zou ik dit niet snel als spine gebruiken. Dit is denk ik geschikter voor geschiedenisdocenten die precies weten wat er wanneer getoetst wordt in de examens. Maar als aanvulling vond ik het leuk!

Let op bij het maken van je planning van de lesstof: in eerste instantie had ik de tijdvakken en historische contexten/onderwerpen afgewisseld, maar dat werkte niet. Je hebt de kennis uit de tijdvakken nodig om de lesstof in de historische contexten/onderwerpen te kunnen volgen. Dus doe de 10 tijdvakken eerst.

Staatsexamen geschiedenis: Bovenbouw: aanvullingen

Omdat geschiedenis zo’n favoriet onderwerp is, heb ik me helemaal uitgeleefd met de aanvullingen ;-) Ik heb voor alle tijdvakken en historische contexten/onderwerpen 1 maand gepland. Ik heb een excel file gemaakt en bij ieder tijdvak etc. aanvullingen gezet: websites, filmpjes/documentaires, boeken (fictie/non-fictie).

Materiaal waar ik veel gebruik van heb gemaakt:

Ik had ook wat dingen aan de muur hangen bij ons thuis:

Een heel nuttige aanvulling voor het examen was dat we bij iedere paragraaf uit Geschiedeniswerkplaats de bijpassende video van het youtubekanaal JORTgeschiedenis keken: https://www.youtube.com/channel/UCJZ5YSBIxTywVEtRmm0oJfQ
Deze geschiedenisdocent bespreekt in zijn video’s heel schematisch de lesstof waardoor je de belangrijkste punten er makkelijker uitpakt, en je de onderlinge verbanden duidelijker ziet. Een heel waardevolle aanvulling op het lesboek!

De leukste aanvulling was nog wel de maandelijkse geschiedenisclub die ik organiseerde voor thuisonderwijskinderen. Helaas gooide corona in 2020 roet in het eten. Ik heb dat eerste jaar nog wel online afgemaakt, maar dat was niet meer zo leuk als samen bijeenkomen voor alle activiteiten. In het tweede jaar leek het vrij kansloos om bijeenkomsten te kunnen blijven organiseren, dus heb ik het niet eens meer geprobeerd. Achteraf gelukkig maar, want daar was niet veel van terechtgekomen door alle coronamaatregelen…

Dit is wat we hebben gedaan met de geschiedenisclub:

  • Lokale geschiedenis en Wie ben ik-quiz

  • Kunstgeschiedenis

  • Vertel over je voorwerp en Lunch Room Fight van SHEG (bronnenanalyse)

  • Historische fotoanalyse en schrijf als journalist over een historische gebeurtenis

  • Columbus voor de rechter

  • Voorwerpenanalyse en tentoonstelling maken over kleding

  • Kaarten analyseren en maken

  • Tijdlijn maken Mongoolse rijk en Wie ben ik-quiz

  • Verboden te zeggen-spel en Grafiek winst

  • Verboden te zeggen-spel en Mysterie: Wie is de dief

Op mijn facebookpagina en blog kan je meer lezen over wat we met de geschiedenisclubs deden, bijv. in deze post: https://www.facebook.com/geschieden.../posts/533612210528805

Voor examentraining voor de examens hebben we het volgende gedaan:

  • Berend is naar de examentraining van SSL in Leiden gegaan. Vorig jaar had ik hem daar voor zijn biologie examen naartoe gestuurd. Vooral omdat ik zelf wat onzeker was of ik hem goed genoeg had voorbereid Hij vond dat zo leuk, dat hij graag ook naar de examentraining voor geschiedenis wilde. Dat leek mij niet echt nodig, maar als hij daar nou blij van werd, prima Achteraf bezien was het ook niet echt nodig, maar hij kreeg er wel zelfvertrouwen van (hij wist veel meer dan de andere leerlingen ).

  • We hebben regelmatig oude examens gemaakt.

  • We hebben per tijdvak/historische context/onderwerp nog opdrachten gemaakt uit de lesboeken die we nog niet hadden gemaakt (veel van de ‘Toepassen’ opdrachten die toewerken naar examenniveau uit Geschiedeniswerkplaats boeken).

  • Berend heeft nog extra video’s gekeken van geschiedenisdocenten op youtube.

  • Berend wil nooit samenvattingen maken van de lesstof, dus in plaats daarvan heb ik hem een tijdlijn laten maken op een lang vel papier aan de muur in de gang. Die tijdlijn hebben we ingedeeld in de 10 tijdvakken. Daarop maakte hij een kaartje voor ieder kenmerkend aspect. Op het kaartje zette hij een onderwerp dat bij het kenmerkend aspect paste, met daarbij een korte uitleg en een plaatje. Hetzelfde deed hij voor alle ‘historische voorbeelden’ van de historische contexten (dat zijn er een stuk of 30. https://www.facebook.com/geschieden.../posts/878060736083949 Op die manier heeft hij toch de stof nog soort van samengevat

  • Voor het mondeling examen heeft Berend van tevoren geoefend met een docent met ervaring met het afnemen van mondelinge staatsexamens op vwo niveau. Dat was heel nuttig!

 

Enkele algemene tips voor de staatsexamens

  • Zorg dat je kind vaak een echt CSE examen heeft gemaakt. Print oude examens volledig uit. Die bestaan vaak uit een vragenboekje, een tekstboekje en een antwoordblad. Een deel van de uitdaging van het maken van het examen is om al deze papieren onder controle te houden Laat je kind ook oefenen met het gebruiken van kladpapier, dat krijg je er tijdens je examen ook nog bij.

  • Ik laat de kinderen altijd al aan het begin van het schooljaar dat ze examen doen voor het eerst een oud examen maken. Ook als ze de lesstof dan nog niet helemaal afhebben. Op die manier weet je aan het begin van het schooljaar al hoe je ervoor staat en waar je nog specifiek aandacht aan moet geven. En je kind kan alvast aan het niveau van de examenvragen wennen.

  • Geef je kind tijdens het oefenen met oude examens de maximale tijd die ook voor het examen staat om te kijken of er tijdsdruk ontstaat of niet.

  • Schrijven mag tijdens het examen alleen met een zwarte of blauwe pen, niet met een potlood.

  • Kijk voor ieder vak wat de materialen zijn die je mag gebruiken tijdens het examen. Dat kan je op de DUO website terugvinden bij de vakinformatie: Toegestane hulpmiddelen. Voor Nederlands mag je bijvoorbeeld een woordenboek meenemen, ook bij het schrijven van je betoog/beschouwing. Geef je kind tijdens het oefenen er een woordenboek bij, zo zorg je dat je kind geoefend raakt in het gebruiken van een woordenboek. Voor de betavakken mag je kind een BiNaS meenemen, die moet je bij het doorwerken van een lesmethode ook al gebruiken zodat je alles er makkelijk en snel in kan vinden.

  • Zorg dat je kind precies weet hoe het examen zal gaan. Je krijgt van DUO brieven met informatie over de examendagen. Lees die brieven samen met je kind heel goed door, ook alle blaadjes met kleine lettertjes

  • Je kind moet de brief met de examen oproep meenemen en een identiteitsbewijs. Ik zorgde ervoor dat ze die in hun hand hadden als ze het gebouw binnenliepen, of later bij de mondelinge examens: als ze het voorbereidingslokaal inliepen.

  • Op de examen oproep van DUO staat je kind's examennummer. Dat nummer staat bij de schriftelijke examens ook op één van de tafeltjes in de examenruimte (kan een grote gymzaal zijn of een klein vergaderzaaltje), dus dat tafeltje moet je kind zoeken.

  • Voor de mondelinge examens: het tijdstip dat vermeld staat op de brief die je van DUO krijgt is de tijd waarop het mondeling examen begint. Voor veel vakken heb je eerst nog een voorbereiding (bijv. het lezen van een casus), hiervoor moet je 25 minuten voor je examentijdstip bij het voorbereidingslokaal zijn. Aangeraden wordt om je een half uur voor je met de voorbereiding begint aan te melden. Kortom, je moet ongeveer een uur voor het tijdstip dat op de brief is vermeld op de examenlocatie zijn.